34014 |
naar rechts |
hut:
høi̯t (Q169p Membruggen)
|
Voermansroep om het paard naar rechts te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95a en 96; L 1 a-m; L B 2, 256; L 26, 2; L 36, 81d; S 12; monogr.]
I-10
|
24213 |
nachtegaal |
nachtegaal:
nejtergoal (Q169p Membruggen)
|
nachtegaal
III-4-1
|
34179 |
nageboorte van de koe |
bed:
bɛt (Q169p Membruggen)
|
[N 3A, 57a; JG 1a, 1b; A 33, 19b; monogr.]
I-11
|
32986 |
nagewas |
naschaar:
noǝšoǝr (Q169p Membruggen)
|
Het tweede gewas dat op een veld wordt geteeld nadat men er eerder al geoogst heeft. Bamis is een verkorting van ''Bavo-mis'', ofwel 1 oktober, feest van Sint Bavo; het heeft dan ook de betekenis van "herfst". Vergelijk het lemma ''zaaien, van nagewas'' (2.3). [JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
32955 |
nagras, tweede hooioogst |
achtermaad:
ē̜.tǝrmu̯ø̜t (Q169p Membruggen)
|
De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.]
I-3
|
17629 |
nek |
nak:
nak (Q169p Membruggen)
|
Zie afbeelding 2.12. [JG 1a, 1b]
I-9
|
34154 |
niet drachtig |
muntig:
møntǝx (Q169p Membruggen)
|
[JG 1a, 1b; Gwn V, 4; monogr.]
I-11
|
23408 |
offerblok |
offerblok:
offerblok (Q169p Membruggen)
|
Het metalen (vroeger houten) kastje, aangebracht bij de kerkuitgan(en) en/of bij een heiligenbeeld, waarin men geld kan deponeren [godsblik, offerstok, offerblok, offerbus, offerkist?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
33558 |
okkernoot |
dikke noot:
dikke neut (Q169p Membruggen)
|
I-7
|
23227 |
oksaal |
doksaal:
doksaoəl (Q169p Membruggen)
|
Het oksaal, de galerij boven het kerkportaal, waar het orgel staat en het zangkoor zingt [oksaal oksaol, koor, zangerskoor, zangzolder?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|