e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merkelbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roodvonk rodehond: roeije hound (Merkelbeek) Roodvonk: epidemische, zeer besmettelijke ziekte waarbij het lichaam overdekt wordt met rode vlekken (roodjong, plan, St. Antonisvuur). [N 84 (1981)] III-1-2
roof(je) (korst op een wonde) roof(je): reùfke (Merkelbeek) Een roofje (korstje) op een wond. [DC 14 (1946)] III-1-2
roofvogel, algemeen roofvogel: roofvogel (Merkelbeek) een roofvogel (klamper) [N 83 (1981)] III-4-1
rookvlees rookvlees: reukvleisch (Merkelbeek) rookvlees; Hoe noemt U: Een stuk gerookt vlees (krep, rookvlees) [N 80 (1980)] III-2-3
room room: rǫu̯m (Merkelbeek) Het vette deel van de ongekookte melk dat boven komt drijven, als men de melk rustig laat staan. [N 6, 15a; N 16, 17; L 6, 15; L 14, 22; JG 1a, 1b, 2c; A 7, 15; A 39, 7a; Wi 53; Gwn 10, 1; monogr.] I-11
roos van de schietschijf roos: rooes (Merkelbeek) De ronde plek die dient als middelpunt van een schietschijf [roos, gaudeaan]. [N 88 (1982)] III-3-2
roosteren roosteren: ruestere (Merkelbeek) roosteren; Hoe noemt U: Op een rooster braden (roosteren, horsen, hersen) [N 80 (1980)] III-2-3
rot rot: eigen spellingsysteem  rot (Merkelbeek) Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)] III-2-3
rot, van fruit rot: eigen spellingsysteem  rot (Merkelbeek), uitgedroogd: eigen spellingsysteem  oetgedruëgd (Merkelbeek), verschrompeld: eigen spellingsysteem  versjroempeld (Merkelbeek) Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)] || Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] I-7
rotten rotten: eigen spellingsysteem  rotte (Merkelbeek), uitdrogen: eigen spellingsysteem  oetgedruëgd (Merkelbeek), verschrompelen: eigen spellingsysteem  versjroempeld (Merkelbeek) Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] III-2-3