e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merkelbeek

Overzicht

Gevonden: 2235
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bijweg zijweg: ziewèèg (Merkelbeek) een weg die niet de hoofdverbinding vormt (bijweg, remel) [N 90 (1982)] III-3-1
bil bats: bats (Merkelbeek, ... ) Bil. Ook platte woorden! [DC 01 (1931)] III-1-1
billijk billijk: billek (Merkelbeek) redelijk, gezegd van de prijs voor een artikel [schappelijk, billijk, civiel] [N 89 (1982)] III-3-1
binnensmonds praten mommelen: moempele (Merkelbeek) binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)] III-3-1
binnenstebuiten binnenstebuiten: bènneste boete (Merkelbeek) binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)] III-1-3
bioscoop cinema: cinnema (Merkelbeek) Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)] III-3-2
bits grof: groaf (Merkelbeek, ... ), plomp: ploemp (Merkelbeek, ... ), scherp: sjerp (Merkelbeek, ... ) vinnig, onvriendelijk in manier van spreken [bits, scherp, bars, mondig] [N 87 (1981)] III-1-4, III-3-1
blaar blaar: blaor (Merkelbeek) Blaar: blaasachtige opzetting van de huid (blaar, blein). [N 84 (1981)] III-1-2
blaasontsteking blaasontsteking: blaosoensjteking (Merkelbeek) Blaasontsteking: ontsteking van de urineblaas (koupis, droppelpis). [N 84 (1981)] III-1-2
blad, bladeren van een plant blad: blāt (Merkelbeek), blader: blār (Merkelbeek) Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.] I-4