| 21889 |
verdienen |
opstrijken:
geldj opsjtrieke (Q034p Merkelbeek)
|
geld verdienen [bladen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 24634 |
verdord |
verdord:
eigen spellingsysteem
verdord (Q034p Merkelbeek)
|
Uitgedroogd, dood, gezegd van planten en plantendelen (dor, verpieterd). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 18823 |
verdriet; verdriet doen |
kapot:
kapot (Q034p Merkelbeek),
verdriet:
verdreet (Q034p Merkelbeek)
|
een treurige stemming, zieleleed, kwelling van het gemoed, verdriet [trubbel, spijt, pijn, lijden, deer, vliem] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 21757 |
verduisteren |
verdonkeremanen:
verdoenklemana (Q034p Merkelbeek)
|
ontvangen geld stiekem achterhouden [seminariën, taken] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 17924 |
verfrommelen |
frommelen:
froemele (Q034p Merkelbeek)
|
Frommelen, verfrommelen: kreukels maken in bijv. een zakdoek (frommelen, fommelen, fronselen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 21836 |
vergadering |
bijeenkomst:
bie-eekoemst (Q034p Merkelbeek),
vergadering:
vergadering (Q034p Merkelbeek)
|
ter vergadering bijeengekomen zijn, vergaderen [garen, gaderen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
| 19251 |
vergeetachtig |
slecht van onthouden:
sjlecht van oenthauwd (Q034p Merkelbeek),
vergeetachtig:
vergèètechtig (Q034p Merkelbeek, ...
Q034p Merkelbeek)
|
een vergeetachtig persoon, iemand die telkens dingen vergeet [vergeetmuts, lapschaai] [N 85 (1981)] || zwak van geheugen, niet goed kunnende onthouden [vergetelijk, vergeetachtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 19597 |
vergiet |
zij:
zie (Q034p Merkelbeek)
|
Vergiet. Hoe noemt men de van gaten voorziene schotel (gemaakt van aardewerk, email of blik), die wordt gebruikt om b.v. gewassen groente te laten uitdruipen? [DC 14 (1946)]
III-2-1
|
| 18054 |
vergiftigen |
vergeven:
vergĕve (Q034p Merkelbeek),
vergiftigen:
vergiftige (Q034p Merkelbeek)
|
Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 21412 |
verhaal |
nieuws:
nuuts (Q034p Merkelbeek),
vertelsel:
ee vertelsel (Q034p Merkelbeek)
|
een uitvoerig verhaal [teel] [N 87 (1981)] || verhaal; aan wie heeft hij dat nieuwe - verteld [DC 03 (1934)]
III-3-1
|