e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merkelbeek

Overzicht

Gevonden: 2235
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
witte waterkers witte tuinkers: witte tuinkers (Merkelbeek, ... ) Rorippa nasturtium-aquaticum (L.) Hayek Niet meer zo algemeen voorkomende plant van 10 tot 90 cm hoog met een slappe holle, kantige stengel, die aan de voet vaak kruipend is en daar wortelt. De plant groeit aan sloten en beken en heeft bovenaan de stengels groene vruchtjes in de vorm van 2 cm grote boontjes. De kleine witte bloempjes aan de top van de stengel bloeien van mei tot september. Ook in cultuur als groente. De oude botanische naam ervan is Nasturtium officinale R.Br. [A 51, 39; monogr.] || witte waterkers [DC 51 (1976)] I-5, III-4-3
woede kort aangebonden: kort aageboenje (Merkelbeek) hevige boosheid [gift, gif, koleire, woede, horzel, frut] [N 85 (1981)] III-1-4
woelen winseln (du.): wünsjele (Merkelbeek), woelen: woele (Merkelbeek) Woelen: onrustig heen en weer bewegen (woelen, spollen). [N 84 (1981)] III-1-2
woest, wild rijden rossen: Van Dale: II. rossen, hard, woest rijden.  rosse (Merkelbeek) woest, wild rijden [rossen, rotsen] [N 90 (1982)] III-3-1
wolkenbank schaapjes: scheùpkes (Merkelbeek) lange streep wolken die onbeweeglijk aan de horizon hangt [bank] [N 81 (1980)] III-4-4
wonde blessure: blessuur (Merkelbeek), wonde: woendj (Merkelbeek) Wond: letsel, kwetsuur (blessure, wats, gorre). [N 84 (1981)] III-1-2
wormstekig de worm in: de worm in (Merkelbeek), wormsteketig: wormsjtaeketig (Merkelbeek), wormstekig: eigen spellingsysteem  woermsjtēkig (Merkelbeek, ... ) Door wormen aangetast, gezegd van fruit (wormstekig, gemaaid, vermaaid, verpielt, meutelig, maaistekig, maaisteek). [N 82 (1981)] || wormstekig ve appel [DC 23 (1953)] || wormstekig ve appel (subst.) [DC 23 (1953)] I-7, III-2-3
worstelen worstelen: worstele (Merkelbeek) De tak van krachtsport waarbij het doel is de tegenstander door bepaalde grepen en bewegingen op de grond te werpen [zo dat zijn schouders de grond raken] [worstelen, borstelen]. [N 88 (1982)] III-3-2
wortel (alg.) tronk: eigen spellingsysteem  troenk (Merkelbeek), wortel: eigen spellingsysteem  woertel (Merkelbeek) Het gedeelte van een plant, boom, dat in de grond zit en dat het voedselhoudende water opneemt (wortel, doel). [N 82 (1981)] III-4-3
wortelhals kraag: eigen spellingsysteem  kraag (Merkelbeek) De overgang tussen wortel en stengel bij een plant (hoofd, hals, kraag, wortelkraag, wortelhals, nek). [N 82 (1981)] III-4-3