| 24950 |
draaikolk |
kolk:
kolk (Q034p Merkelbeek)
|
kolk, plaats in water waar een snel ronddraaiende stroom is die voorwerpen kan meeslepen en naar beneden trekken [willing, wieling, waal, wolf, draaipol] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 17806 |
dragen |
dragen:
drage (Q034p Merkelbeek),
drá:gə (Q034p Merkelbeek)
|
dragen [DC 02 (1932)]
III-1-2
|
| 25127 |
dragen, gezegd van ijs |
dragen:
drage (Q034p Merkelbeek),
houden:
hauwte (Q034p Merkelbeek)
|
dragen gezegd van ijs waarop men kan lopen [lijden, helen, houden] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 20663 |
dragon |
dragon:
eigen spellingsysteem
dragon (Q034p Merkelbeek, ...
Q034p Merkelbeek)
|
Dragon; een overblijvende plant met smalle gaafrandige bladeren en 3 mm grote bloemhoofdjes waarvan de jonge bladeren dienen als specerij in sla en bij het inmaken van augurken, zilveruitjes, etc. (drakewortel, kloppenkruid, stragoen). [N 82 (1981)]
I-7, III-2-3
|
| 20500 |
drank |
drank:
mensen
drank (Q034p Merkelbeek),
zuip:
dieren
zeup (Q034p Merkelbeek)
|
drank; Hoe noemt U: Dat wat gedronken wordt (drinken, soopje, zuip) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 21153 |
dreef |
laan:
laan (Q034p Merkelbeek)
|
een weg aan met beide zijden een of meer rijen bomen (dreef, dreeft, laan,laning, lei) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 18877 |
drenzen |
dreissen:
RhWb I, 1482: dreissen, dreisten: durch Klagen lästig fallen
dreisje (Q034p Merkelbeek),
jammeren:
jiëmere (Q034p Merkelbeek),
zaniken:
zanike (Q034p Merkelbeek)
|
drenzen: de kinderen drenzen de hele dag [DC 16 (1948)] || op een zeurderige toon huilen [drenzen, jengelen, janken, drammen, simmen] [N 85 (1981)] || op zeurderige toon huilen [knooiachtig, dremmerig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 18866 |
driftig |
kortaangebonden:
kort aageboenje (Q034p Merkelbeek)
|
vervuld van plotselinge woede of ongeduld [duftig, koppig, kort aangezet, haastig, krikkel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 22655 |
drijftol |
kokkeral:
kokkeral (Q034p Merkelbeek)
|
Hoe noemt men het kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven? [tol] [DC 24 (1953)]
III-3-2
|
| 24939 |
drijfzand |
drijfzand:
dríefzantj (Q034p Merkelbeek)
|
drijfzand, met water verzadigd zand dat rustig ligt maar waarin alles wegzakt wat er druk op uitoefent [drijf, drift, vloei, papieren zolder] [N 81 (1980)]
III-4-4
|