e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merkelbeek

Overzicht

Gevonden: 2235
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grasmus bramentaats: brēəmətātš (Merkelbeek) Hoe heet de grasmusch? [DC 06 (1938)] III-4-1
grasveld, bleekveld bleek: bleek (Merkelbeek) het grasveld waarop men wasgoed te bleken legt [bleek, dries, groes] [N 90 (1982)] III-2-1
graszode ris: reš (Merkelbeek) Vierkant afgestoken stuk van de met gras begroeide bovengrond. Naar dialectbenamingen voor de graszode is vaak navraag gedaan getuige ook de bronnenopgave bij dit lemma. In verschillende enqu√™tes werd gevraagd naar de zode in het algemeen zowel de graszode als de heizode. De opgaven die betrekking hadden op de heizode zijn ondergebracht in lemma 3.14 ɛheizodeɛ.' [N 14, 77a; N 14, 77b; N 27, 39g; GV, K6; JG 1a, 1b; L 8, 123; L B2, 273; S 46; NE 2 II, 15; N 18, 38 add.; N 18, 40 add.; monogr.] I-8
grauwe vliegenvanger spinnenwevertje: špennewèvərkə (Merkelbeek) Hoe heet de grauwe vliegenvanger? [DC 06 (1938)] III-4-1
graven graven: grave (Merkelbeek) Graven: met een spade of ander gereedschap in de grond delven (graven, spitten, spaden, paleien). [N 84 (1981)] III-1-2
grens grens: grens (Merkelbeek) de lijn die het gebied van een staat aangeeft [grens, linie, reem] [N 90 (1982)] III-3-1
grenzen aangrenzend: aagrenzend (Merkelbeek) tegen elkaar liggen, gezegd van stukken land of staten [grenzen, renen] [N 91 (1982)] III-4-4
griffel griffel: gruffel (Merkelbeek) een stift van leisteen om daarmee op een lei te schrijven [griffel, griffie, grift, touche, cijferpen] [N 87 (1981)] III-3-1
grijnzen grijnslachen: grinslache (Merkelbeek), grijnzen: grijnze (Merkelbeek) spottend lachen soms met een onaangename vertrekking van het gezicht [grijzen, blieken, blikken, grijzen, griemen] [N 85 (1981)] III-1-4
grijpen door roofdieren snappen: eigen spellingsysteem  sjnappe (Merkelbeek) Hoe noemt u het vastgrijpen van ratten, muizen, etc. door roofdieren (klampen) [N 83 (1981)] III-4-2