e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merkelbeek

Overzicht

Gevonden: 2235
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grond waarop de boerderij staat goed: gōt (Merkelbeek) Vaak zijn boerderijen op een natuurlijke lichte verhoging in het terrein gebouwd. Naast de meer algemene benamingen van de plek waarop het bedrijf ligt, vinden we dan ook enkele specifiek op die hoogte betrekking hebbende benamingen. Ze staan achter in het lemma bijeen. [N 5A, 74a; A 10, 1; monogr.] I-6
grond, aarde aarde: ē̜rt (Merkelbeek), grond: gronjtj (Merkelbeek) De algemene benaming. [S 1, 7, 11, 42; Wi 52; R III, 5, 6, 7, 8; L A1, 150; Vld.; N 18, add.; monogr.] I-8
grondwater grondwater: groendjwater (Merkelbeek) grondwater, water dat zich in de grond bevindt oa doordat regenwater door de losse bovengrond tot op een harde laag zakt [zakwater, kwelm] [N 81 (1980)] III-4-4
groot in zijn soort jaap: ⁄ne jaap (Merkelbeek) iets dat groot is in zijn soort [kardoffel, karbonkel, bonker, bommel, klepper, sjaorel] [N 91 (1982)] III-4-4
grootmoeder grootmoeder: grōətmōədər (Merkelbeek), oma: ōmā (Merkelbeek) grootmoeder [DC 05 (1937)] III-2-2
grootvader grootvader: grōət˃vādər (Merkelbeek), opa: ōpā (Merkelbeek) grootvader [DC 05 (1937)] III-2-2
grootx groot: ps. boven de Ø staat nog een ´; deze combinatieletter is niet te maken.  grōət (Merkelbeek) groot [DC 03 (1934)] III-4-4
grote boerderij hof: hǭf (Merkelbeek) Als grootte-aanduiding geven de informanten doorgaans "minstens 10 hectare" op; soms noemt men ook de maximum-grootte erbij, bijvoorbeeld: "van 20 tot 40 ha". Het aantal paarden is vaak ook criterium om van een "groot bedrijf" te spreken, bijvoorbeeld "boerenhof met paarden" (L 213). In het Leuvens materiaal, lijst 35, vraag 59 is gevraagd naar geleg of geleeg, met de betekenis "boerderij met grote landerijen". Naast specifieke termen vindt men tussen de opgaven ook enige omschrijvingen, vooral met behulp van het bijvoeglijk naamwoord groot. Voor de fonetische documentatie van het type boerderij, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2c en 3a; L 22, 1a; L 35, 59; monogr.; add. uit L 38, 22] I-6
grote schoonmaak huispoets: den hoespòts is gedaon (Merkelbeek), hoespòts (Merkelbeek), veer zin aan de hoespòts (Merkelbeek) de schonmaak is achter de rug [DC 15 (1947)] || het schoonmaken van het gehele huis, dat in het voorjaar plaats heeft [DC 15 (1947)] || wij zijn aan het schoonmaken [DC 15 (1947)] III-2-1
grote trom dikke trom: dikke troem (Merkelbeek) Een grote trom [trombol]. [N 90 (1982)] III-3-2