e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L209p plaats=Merselo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
herfst, najaar herfst: herfs (Merselo) herfst, najaar III-4-4
herik mosterdzaad: maosterdzaod (Merselo) mosterdzaad III-4-3
herkauwen nirken: nerkǝ (Merselo), nirkǝ (Merselo), nīrǝkǝ (Merselo) Het eerst niet of nauwelijks gekauwde, in de voormaag gedeeltelijk verteerde voedsel opnieuw verwerken. Zie afbeelding 7. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 4, 13; L 14, 26; L 14, 88; L 20, 13; S 13; monogr.] I-11
hermelijn eierwezel: ejjerwezel (Merselo), grote wezel: grote wezel (Merselo) hermelijn [DC 07 (1939)] III-4-2
hersenen hersens: hĕrze (Merselo) hersenen [SGV (1914)] III-1-1
hert, ree ree: rieëj (Merselo) ree III-4-2
het behang insmeren inpappen: inpápǝ (Merselo) Het behangselpapier met behulp van de papborstel met plaksel bestrijken. [N 67, 97a; monogr.] II-9
het ge√ãgde, ge√ãgd land het geëgde: ǝt ˲gǝęgdǝ (Merselo) De in dit lemma verenigde termen betreffen het reeds geëgde gedeelte van een akker of het geëgde oppervlak van de akker in zijn geheel: een stuk land dat geëgd ligt. [N 11A, 171; monogr.] I-2
het huwelijk ontbinden vaneengaan: vanéngaon (Merselo) scheiden III-2-2
het land aftreden aftreden: áftrę̄i̯ǝ (Merselo) Voordat men begint te ploegen, schrijdt men de akker langs twee tegenover elkaar gelegen zijden af, a) om het midden te bepalen als men bijeen gaat ploegen, b) om hem in gelijke stukken te verdelen, als men in panden gaat ploegen, c) om de vooraf of achteraf te ploegen hoek uit te zetten, als het een gerende akker betreft. De opgesomde termen, die alle "het land", "de akker", "de plak" e.d. als object veronderstellen, zijn ook toepasselijk op het schrijdend opmeten van het land in het algemeen. [N 11, 40; N 11A, 131a; JG 1a + lb; monogr.] I-1