e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L209p plaats=Merselo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koffieloodje koffielood: koffieloeëd (Merselo) metalen kokertje voor het afmeten van de hoeveelheid koffie die hier en nu nodig is om de gewenste sterkte te verkrijgen III-2-1
koffiepot koffietuit: koͅfitø͂ͅt (Merselo) koffiekan III-2-1
koken (intr.) koken: koken (Merselo), kooke (Merselo, ... ), kókt (Merselo), zieden: zieje (Merselo) koken [DC 03 (1934)], [RND] III-2-3
koken (tr.) koken: Lót zoeë iemes ie zien aege vet gaar koke De kok kòkt nor aege moond en as ge t niet lust, dan lekt òw koont  koke (Merselo) koken III-2-3
kolblei bliek: bliek (Merselo), puinoog: päönoeëg (Merselo) blei (vis) || kolblei (vis) III-4-2
kolengruis kolengruis: kolegruus (Merselo) kolengruis III-2-1
kolenkit helmkit: helmkit (Merselo), kolenbak: kolenbák (Merselo), kolentoot: koletoēt (Merselo) kolenbak || kolenkit || soort kolenkit, dikwijls van koper III-2-1
kolenslik schlamm (d.): In oorlogstijd gebruikt als vervanger van kolen  slám (Merselo) modderachtige massa bestaande uit kolengruis met bindmiddel III-2-1
kom kom: koͅm (Merselo), dén/die hit \'t kusse òp \'n kumke gelieërd: gezegde voor een persoon die dikke lippen heeft  kòm (Merselo) kom [SGV (1914)] || kom van aardenwerk III-2-1
komen komen: komme (Merselo), komə (Merselo) komen [RND], [SGV (1914)] III-1-2