e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L209p plaats=Merselo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
raam raam: rām (Merselo  [(+)]  ) Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.] II-9
raam van de cultivator raam: dǝ rām (Merselo) De ijzeren staven die samen het draagraam van de cultivator vormen. [N 11A, 151h; monogr.] I-2
raam van de landrol raam: rām (Merselo) Het door twee lange en twee korte balkjes gevormde raam waarin of waaronder de rol of cylinder kan draaien. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 2c; JG 1b add.; N 11A, 184b + c + 185b; monogr.] I-2
raapstelenstamppot stelenmoes: stelemoes (Merselo) stamppot van raapstelen III-2-3
raar, vreemd aardig: areg (Merselo), raar: raar (Merselo, ... ), vreemd: vrimd (Merselo, ... ) 01; vreemd [SGV (1914)] || gek, ongewoon, vreemd, zonderling || raar [DC 02 (1932)] || raar, zonderling || vreemd, raar III-1-4
raaskallen kletsen: kletse (Merselo), lullen: lulle (Merselo) revelen [SGV (1914)] III-3-1
raat raat: rōt (Merselo) Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.] II-6
raden raden: raoje (Merselo, ... ), roaje (Merselo) raden [N 07 (1961)] || raden (ww.) [SGV (1914)] || raden, gissen III-1-4, III-3-2
radijs radijs: redies (Merselo) radijs I-7
rafelen rafelen: riffele (Merselo), riffelen: refǝlǝ (Merselo) rafelen [SGV (1914)] || Uitvezelen van stof. [N 59, 188; N 62, 45a; MW; S 29; monogr.] II-7, III-1-3