e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L209p plaats=Merselo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rechtvaardig rechtvaardig: raech(t)verrig (Merselo) rechtvaardig III-1-4
redeneren redenereen: riddenieëre (Merselo) redeneren III-1-4
reeks, rij rij: reej (Merselo) rij [SGV (1914)] III-4-4
regen (alg.) regen: raegen (Merselo) regen III-4-4
regenboog regenboog: raegenboeëg (Merselo) regenboog III-4-4
regenen (alg.) regenen: raegene (Merselo) regenen III-4-4
regenpijp regenpijp: rē̜gǝnpīp (Merselo) De buis die het regenwater vanuit de dakgoot naar beneden voert. [N 64, 149a; L 24, 23b; L 24, 38; L B1, 160b; monogr.; Vld.] II-9
regenworm dauwpier: doepier (Merselo), dauwworm: daowwörm (Merselo), pier: piēr (Merselo), pīēr (Merselo, ... ), regenworm: raegenwörm (Merselo) pier [SGV (1914)] || pier, aardworm [SGV (1914)] || regenworm III-4-2
rei rei: rēēj (Merselo) rei [SGV (1914)] III-3-2
reischaaf reischaaf: rējsxāf (Merselo) Zware, lange schaaf met dubbele beitel, waarmee reeds grof bewerkt hout zuiver glad en recht wordt geschaafd. Het schaafblok van een reischaaf is ongeveer 70 tot 80 cm lang, 7 cm breed en 7 cm hoog. Zie ook afb. 36. De reischaaf wordt door verschillende houtbewerkers gebruikt. De kuiper schaaft er bijvoorbeeld de bovenkant van de duigen van een vat mee glad. [N 53, 61; N E, 35a; N G, 35b; monogr.] II-12