e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L209p plaats=Merselo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roep- en lokwoord voor het kuiken kip, kip, kip: kip, kip, kip (Merselo) [N 19, 44b; A 6, 2c; L 47, 9b; VC 12 2o -r-; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor het varken kuus, kuus, kuus: kūs, kūs, kūs (Merselo) In plaats van kuus roepen klakt men ook wel met de tong. [N 19, 11a; VC 14, 2c (r] I-12
roepen roepen: rōēpe (Merselo) roepen [SGV (1914)] III-3-1
roerzeef passe-vite: pas(se)fiet (Merselo, ... ) passevite || persende zeef III-2-1
roest roest: roest (Merselo) roest [SGV (1914)] III-4-4
roesten roesten: roeste (Merselo) roesten [SGV (1914)] III-4-4
roestplek vuur: vuūr (Merselo) zwarte vlekken die bij vochtig wasgoed door verstikking kunnen optreden III-2-1
roezemoezen roezemoezen: Van Dale: roezemoezen, 1. leven, geraas, getier maken; -2. (gew.) een dof, gonzend geluid maken; -3. met bedrijvige drukte en stommelend geluid allerlei kleine bezigheden verrichten, rommelen, scharrelen.  roezemoeze (Merselo) roezemoezen [SGV (1914)] III-3-1
rogge rog(ge): rǫx (Merselo) Secale cereale L. Tot in de jaren vijftig het meest geteelde graangewas in Limburg, met uitzondering van Haspengouw, waar tarwe de meest verbouwde graansoort was. Men zaait ongeveer 170 kg rogge per hectare. Het koren-gebied in dit lemma wijkt aanzienlijk af van dat in het lemma ''graan, koren'' (1.2.1); vergelijk de kaarten die bij de lemma''s getekend zijn. Zie voor de benaming koren en voor de fonetische documentatie van het woord [koren] in het gebied waar ''koren'' zowel de algemene benaming alsook de benaming van de rogge is, het lemma ''graan, koren'' (1.2.1). Zie afbeelding 1, a. [JG 1a, 1b; L 34, 55b; L lijst graangewassen, 6; S 30; Wi 52; monogr.; add. uit N 15, 1a] I-4
roggebrood brood: Aoveral wert broeëd gebákke: overal kan men de kost verdienen Bedörve broeëd ien de tes hebbe: Een wind die onhoorbaar gelaten is en die ontzettend stinkt Daor vret eennen hoond nog gén broeëd van: gezegde , wanneer iets heel erg is Mit koomplemente kunde gén brödje koeëpe: alleen plichtplegingen halen niet veel uit  broeëd (Merselo), zoetbrood: zuūtbroeëd (Merselo), zwartbrood: zwártbroeëd (Merselo) bepaald soort roggebrood met zoetige smaak || roggebrood III-2-3