e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L209p plaats=Merselo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schreeuwen kwieken: kwīkǝ (Merselo), schreeuwen: schrĕwwe (Merselo) Het schreeuwen van een varken ten teken van honger of bij het slachten. [N 19, 24; JG 1a, 1b; N 76, 33; monogr.; N 19, Q 111 add.] || schreeuwen [SGV (1914)] I-12, III-3-1
schrijftafel, bureau schrijftafel: schriēftoffel (Merselo) bureau III-2-1
schrijvertje schrijvertje: schriēverke (Merselo) watertorretje III-4-2
schrikkeljaar schrikkeljaar: schrikkeljoar (Merselo) schrikkeljaar [SGV (1914)] III-3-2
schrikken schrikken: schrikke (Merselo) schrikken III-1-4
schroefdraad schroefdraad: sxrūf˱drǭt (Merselo, ... ) De spiraalvormige verhevenheid aan een houtschroef. Zie ook het lemma ɛschroefdraadɛ in wld II.11, pag. 69.' [N 54, 37g; N 54, 37a; monogr.] || De spiraalvormige verhevenheid of uitsnijding aan een moer of in een bout, het resultaat van het draadsnijden en draadtappen. [N 33, 304 add.; monogr.] II-11, II-12
schroeien schroeien: sxrø͂ͅi̯ə (Merselo) schroeien [SGV (1914)] III-2-1
schroeven schroeven: sxrūvǝ (Merselo) Iets met schroeven bevestigen. [N 53, 153a; monogr.] II-12
schroevendraaier schroevendraaier: sxrūvǝndrɛ̄jǝr (Merselo) Werktuig om schroeven vast en los te draaien. Zie ook afb. 90. [N 53, 134; monogr.] II-12
schrokken buffelen: bøfələ (Merselo), schrokken: schrokke (Merselo), sxrokə (Merselo), slokken: sloeke (Merselo), slokke (Merselo), slokə (Merselo) schrokken [SGV (1914)] || schrokken, gulzig naar binnen werken || veel en gulzig eten III-2-3