e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L209p plaats=Merselo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tornen losmaken: losmākǝ (Merselo), lossnijden: lossnęjǝ (Merselo), tornen: tǫrǝ (Merselo) De naad of steken losmaken en uithalen. [N 62, 22; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 20; MW; S 38] II-7
tortelduif koerduifje: koērduūfke (Merselo), lachduif: columba risoria  láchdoēf (Merselo), tortelduif: torteldoēf (Merselo) lachduif || tortelduif III-4-1
traag traag: troag (Merselo) traag [SGV (1914)] III-1-4
trage vrouw zeik: zaek (Merselo) treuzelaarster III-1-4
trakteren trakteren (<lat.): traktiere (Merselo) trakteeren [SGV (1914)] III-3-1
tralie spijl: spiel (Merselo) tralie III-2-1
trap trap: èn smaal trap (Merselo) trap [een smalle ~ ] [SGV (1914)] III-2-1
trapleer huishoudtrap: huushâldtráp (Merselo), leer: \'n Häöltere lieër Hoonderd poond mit de lieër: een geslacht varken licht van gewicht Wie \'n lieër wil beklimme, mótòp de underste sproot beginne: wie iets wil bereiken , zal eenvoudig moeten beginnen  lieër (Merselo), trapleer: tráplieër (Merselo, ... ) kleine verplaatsbare trapleer voor huishoudelijk gebruik || trapladder || trapleer III-2-1
traploper loper: luuëper (Merselo, ... ), traploper: trápluuëper (Merselo) gangloper || traploper III-2-1
trappaal trappepost: trapǝpǭst (Merselo), trappost: trappǭst (Merselo) De eerste, verzwaarde stijl van een trapleuning. [N 55, 137; monogr.] II-9