e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L209p plaats=Merselo

Overzicht

Gevonden: 3435
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geronnen melk zure melk: zūr mɛlk (Merselo) Melk die door het lange staan dik en zuur is geworden. [L 2, 7; A 7, 15; monogr.] I-11
gerookt spek schinkenspek: schaenkespek (Merselo) gerookte mager (doorregen) spek III-2-3
gerookte paling aal: ōͅl (Merselo, ... ), paling: Ennen aol is genne paoling: Het mindere mag men niet als meerdere aanprijzen  paoling (Merselo) paling III-2-3
gerst gerst: garst (Merselo) Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.] I-4
geslachtsgemeenschap hebben naaien: cf. VD fr.  naeje (Merselo), wiksen: cf. VD D.-N. s.v. "wichsen"I. masturberen; cf. WNT s.v. "wiksen"(soms ook in de vorm wieksen) 2) slaag geven, aframmelen  wikse (Merselo) coïre || gemeenschap met een vrouw hebben III-2-2
gesloten kapelletje? heiligenhuisje: heͅlegənhy(3)̄skə (Merselo) Een kapelletje waar men niet in kan, waarin achter traliewerk een kruis of een beeld staat. [N 96A (1989)] III-3-3
gesneden haan kapuin: kǝpūn (Merselo) [N 19, 60a; monogr.] I-12
gesneden mannelijk schaap hamel: hāmǝl (Merselo) [N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.] I-12
gesneden mannelijk varken berg: bø̄rx (Merselo), bø̜rx (Merselo), gesneden beer: gǝsnęi̯ǝ bii̯ǝr (Merselo) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12
gesneden vrouwelijk varken gelt: gelt (Merselo), gesneden zog: gǝsnii̯ǝ zox (Merselo) Uit de antwoorden blijkt dat gelt verschillende betekenissen kan hebben. Er zijn informanten (K 278, L 421, 422, 423, Q 197, 211) die zeggen dat het snijden van een vrouwelijk varken ter plekke onbekend is. Het onvruchtbaar maken bestond uit het doorknippen van de eileiders. [N 19, 9; A 4, 4c; L 20, 4c; L 37, 49e; JG 1b; L 37, 49f; monogr.] I-12