32877 |
arend van de zeis |
ham:
hãm (L209p Merselo)
|
Het blad van de zeis loopt aan de zijde waar het met de steel verbonden is uit in een smal, vaak extra verstevigd, stukje staal, de arend, dat tegen de steel van de zeis aanligt en door middel van de zeisring daaraan wordt vastgemaakt. Aan het uiteinde is de arend voorzien van een nokje dat in een gat in de steel wordt gestoken of geslagen; soms zijn er twee dergelijke nokjes (vergelijk het woordtype dobbelang). Voor de hoek die de arend met het zeisblad maakt, en het belang hiervan voor een goede "voering" van de zeis, zie de algemene toelichting bij deze paragraaf. Zie afbeelding 5, nummer 1. [N 18, 68a; JG 1a, 1b; A 4, 28c; A 14, 1; L 20, 28c; L 45, 1; monogr.]
I-3
|
23355 |
armenbanken |
vrije banken:
vreeje beenk (L209p Merselo)
|
De banken achter in de kerk, die niet werden verpacht [gemeine banken, vrije banken, ermebanke, vrije plaatsen?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21294 |
armoedig |
armoedig:
êrmoejig (L209p Merselo)
|
armoedig [SGV (1914)]
III-3-1
|
25055 |
armvol |
armvol:
aervel (L209p Merselo),
hoopsel:
ennen höpsel hŏj (L209p Merselo),
hǫpsǝl (L209p Merselo)
|
armvol hooi [ennen erval hoj] [N 07 (1961)] || De hoeveelheid stro of aren die men in de armen kan vasthouden. Zie ook het lemma ''handvol hooi'' (5.1.4) in aflevering I.3. [N 7, 58; L 1, a-m; L 1u, 8; L A1, 88; Wi 51; monogr.] || ervel, armvol
I-4, III-4-4
|
21034 |
as |
as:
ãs (L209p Merselo)
|
In l 432 werden de zeilen en windborden slechts verwijderd bij bijzonder zware storm. Een aantal woordtypen komt ook voor in het lemma ɛzonder zeilenɛ.' [N O, 10a; A 42A, 3; Sche 37; monogr.]
II-3
|
32824 |
as, spil van de rol |
pin:
%%de volgende opgaven zijn meervoud%%
penǝ (L209p Merselo)
|
De in dit lemma verenigde termen betreffen ofwel (elk van) de twee, als as fungerende pinnen in de uiteinden van de houten rol, ofwel de as van de ijzeren paarderol. [JG 1a; JG 1b add.; N 11A, 184e; monogr.]
I-2
|
19679 |
asbak |
asbak:
âsbák (L209p Merselo),
assenbak:
âssenbák (L209p Merselo)
|
asbak
III-2-1
|
30553 |
asfaltpapier |
dakleer:
dáklē̜r (L209p Merselo)
|
Poreus bordpapier, gedrenkt in asfalt of zware teeroliën. Asfaltpapier wordt gebruikt als isolatiemateriaal tegen vocht maar ook als dakbedekking. 'Lodorite' is een asfaltbitumen juteweefsel dat als afdichtingsmateriaal in stroken wordt verwerkt. [N 31, 36b; N 64, 155b; monogr.]
II-9
|
19722 |
aslade |
asselade:
âsselaaj (L209p Merselo),
assenbak:
âssenbák (L209p Merselo),
kachellade:
káchellaaj (L209p Merselo)
|
aslade || de aslade in het fornuis/de kachel/haard
III-2-1
|
33277 |
asperge |
sperje:
sperjes (L209p Merselo)
|
asperges
I-7
|