25055 |
hoopsel |
armvol:
ennen höpsel hŏj (L209p Merselo),
hoepsel (Q078p Wellen, ...
Q078p Wellen),
hupsǝl (Q078p Wellen
[(wat met twee handen op te nemen is)]
),
hǫpsǝl (L209p Merselo),
(= wat met twee handen op te nemen is, bijv. gras, hooi).
hopsel (Q078p Wellen, ...
Q078p Wellen),
bepaalde hoeveelheid:
Vb. n hopsel terf (de hoeveelheid tarwe die met twee tegen elkaar gevoegde handen uit n zak kan worden geschept. Opm. n hopsel = twee handen vol; het is de holle ruimte die gevormd wordt door de twee handen zijlings tegen elkaar te voegen. Het woord hopsel wordt hoofdzakelijk gebruikt voor al dan niet gemalen granen, veevoeders en meststoffen
hopsel (Q074p Kortessem),
bos groente:
hupsel (klaver) (Q074p Kortessem),
grote hoeveelheid, hoop:
mv.: -ë of -s
hùpsël (Q162p Tongeren),
handvol -bij het zaaien:
hofsǝl (Q166p Vechmaal),
hǫ.psǝl (Q080p Vliermaal
[(2 handen vol)]
),
hǫpsǝl (Q160p Bommershoven
[(2 handen vol)]
, ...
Q153p Gors-Opleeuw
[(2 handen vol)]
,
L265p Meijel
[(2 handen vol)]
)
I-4, I-7, III-4-4
|
|