19558 |
rasp |
rasp:
rasp (L209p Merselo),
raspel:
Râsp dat aend haolt mit \'n râspel \'n bitje mieër vlák
râspel (L209p Merselo),
rijf:
riēf (L209p Merselo),
rijfje:
riēfke (L209p Merselo)
|
keukenrasp || rasp [SGV (1914)] || vlakke of holle keukenrasp
III-2-1
|
19839 |
raspen |
raspelen:
râspele (L209p Merselo),
raspen:
raspe (L209p Merselo),
met het doel "ri‰fko‰k"te bakken of aardappelmeel te winnen
aerpel riēve (L209p Merselo),
rijven:
riēve (L209p Merselo, ...
L209p Merselo),
met het doel \"ri‰fko‰k\"te bakken of aardappelmeel te winnen
riēve (L209p Merselo)
|
aardappelen raspen || raspen || raspen (w.w.) [SGV (1914)]
III-2-1, III-2-3
|
31882 |
raspen, grof vijlen |
raspelen:
rãspǝlǝ (L209p Merselo)
|
Een stuk hout met een houtrasp of een grove houtvijl een eerste, ruwe bewerking geven. [N 53, 158a; monogr.]
II-12
|
24367 |
rat |
rat:
rat (L209p Merselo, ...
L209p Merselo)
|
rat [SGV (1914)]
III-4-2
|
20529 |
rauw |
rauw:
raow (L209p Merselo)
|
rauw, niet gekookt/gebraden
III-2-3
|
22338 |
ravotten |
netsen:
netze (L209p Merselo),
stoeien:
stoeie (L209p Merselo)
|
stoeien [SGV (1914)]
III-3-2
|
18868 |
razen en tieren |
razen:
raoze (L209p Merselo),
sakkeren:
sákkere (L209p Merselo)
|
razen, tieren || vloeken, tieren, te keer gaan
III-1-4
|
21356 |
rechtbank |
rechtbank:
rechtbank (L209p Merselo)
|
rechtbank [SGV (1914)]
III-3-1
|
24975 |
rechtop |
rechtop:
raechtòp (L209p Merselo),
raechòp (L209p Merselo)
|
rechtop
III-4-4
|
32632 |
rechtse |
links omgaande ploeg:
leŋks [omgaande ploeg] (L209p Merselo),
rechts omgaande ploeg:
rɛ ̝xs [omgaande ploeg] (L209p Merselo)
|
Met de in dit lemma "links" of "rechts" genoemde ploegen wordt bedoeld, dat schaar + strijkbord, kouter en voorschaar - ook bij wentelploegen - onderling en t.o.v. de ploegboom een zodanige stand hebben, dat de ploeg (van achteren gezien) de voor hetzij naar rechts, hetzij naar links omkeert. Over het algemeen kende men naar rechts werkende ploegen. Uit de meeste opgaven blijkt duidelijk dat ze werden verstrekt naar aanleiding van eenscharige ploegmodellen. [N 11, 30 add.; N 11A, 70 a + b; monogr.]
I-1
|