e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 3

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
rijf akkerwinde:   rief (stoott.) (Echt/Gebroek), draad:   ra.və (Nieuwerkerken), re.f (Bevingen), reef (Sint-Truiden, ... ), reͅi̯f (Nieuwerkerken), rjoef  rjuv (Zepperen), rjoeve  rjuvü (Zepperen), herik:   rif (Sittard), hooihark:   ręi̯f (Kermt), houtrasp:   rīf (Blitterswijck, ... ), koude mist:   rīēf (Bleijerheide), naoogstrijf:   rē̜f (Zichen-Zussen-Bolder), ręi̯f (Achel), rīf (Grathem), rasp:   reef (Heerlen), reëf (Venlo), rēēf (Panningen), rief (Afferden, ... ), riēf (Baarlo, ... ), rif (Eupen, ... ), riëf (Velden), rīē:f (Panningen, ... ), rīēf (Klimmen, ... ), rīēëf (Hoensbroek), rīf (Bleijerheide, ... ), ie lang  rief (Vlodrop), letterlijk overgenomen  rie.f (Maasniel), om muskaat te rijven  rief (Heerlen), Verklw. riefke  rièf (Venlo), reeks, rij:   rief (Roermond), rijp, rijmx:   riefe (Vaals), royaal: Van Dale: III. rijf, (gew.) mild, royaal.  rīēf (Nieuwenhagen), rîêf (?) (Nieuwenhagen), scherprij:   rɛjf (Lauw), stijve ogentroost:   rief (Tungelroy), vijl:   rīf (Blitterswijck, ... ), vlasrepel:   rif (Tegelen), vogelpootje, serradelle:   riǝf (Berg), vogelwikke:   rief (Altweert, ... ), rif (Berg, ... ), rīf (Boukoul, ... ), rīǝf (Thorn), warkruid:   reuwe (Jeuk), rief (Tungelroy, ... ), ie = lange klank  rief (Melick), rief, volgens H. een wikke-naam (273)  reejve (Jeuk), wasbord:   rief (Velden), rièf (Venlo), rīēf (Reuver), rīēfkə (Venlo), rīf (Tegelen), ie is lang  rief (Reuver), zeef in de kalkbak:   rīǝf (Meeuwen) I-3, I-4, I-5, II-12, II-3, II-9, III-2-1, III-2-3, III-3-1, III-4-3, III-4-4