e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
akkerwinde akkerwinde: akerweŋ (Helden, ... ), akǝrwindǝ (Venlo, ... ), -  akkerwiende (Venray), akkerwing (Helden/Everlo), akkerwinj (Montfort), eigen spelling  akkerwing (Vlodrop), idem  akkerwinde (Venlo), WLD  akkèrwənj (Guttecoven), berwinde: berwing (Eys, ... ), briwing (Noorbeek, ... ), bęrwiŋ (Banholt, ... ), bǝrweŋ (Meerssen, ... ), (Convolvulus Tourn.)  berwing (Valkenburg), -  berwing (Valkenburg), berwinj (Echt/Gebroek), brwing (Meerssen), dezelfde naam  burwing (Borgharen), geen onderscheid  brewing (Sibbe/IJzeren), of verwe´n  reweĕn (Tongeren), WLD  bərwĭĕng (Epen), boekweitswinde: bogǝswenj (Helden), boqǝswenj (Kessel, ... ), boqǝswentj (Nederweert), boqǝswintj (Weert), bōkǝswęnj (Peij), boekweitwinde: bogkeswîn(d)j (Tungelroy), -  bogkeswîn(d)j (Tungelroy), bo:k6s=boekweit  bo:kəs-wènj (Pey), bogkes= boekweit  bogkeswinj (Stramproy), boomstamuiteinde  bógkeswîntj (Altweert, ... ), zachte k uitspraak, - is afgeleid van bochweitwinde  bôkkes. winj (Kessel), bonenkruid: eigen spellinsysteem  bonnekroed (Meijel), draai: drääj (Gennep, ... ), drɛ̄i̯ (Gennep, ... ), #NAME?  drej (Gennep), -  draij (Lottum), draai-om: drɛi̯-øm (Maasbree), draaiom: -  drei-um (Maasbree), klein pisbloemetje: -  klein pisblvmkəs (Diepenbeek), klein pispotje: klein pispotje (Vlijtingen), kléjn pīĕspətsjəs (Diepenbeek), idiosyncr.  kling pispötsje (Kerkrade), WLD  klein pisputje (Beesel), kleine berwinde: klē̜i̯nǝ bęrweŋ (Houthem), -  kleine berwing (Houthem), kleine pisbloempjes: klɛi̯n pisblømkǝs (Diepenbeek), kleine pispot: WLD  kl pispot (Montfort), klimplant: -  klumplant (Helden/Everlo), klokje: Spelling: "fonetisch  klökskəs (Maastricht), korenbloem: idiosyncr.  kaorebloum (Sittard), merwinde: mərweŋ (Niel-bij-St.-Truiden), parapluutje: WLD  parəplūūkəs (Reuver), pisbloem: pisblom (Heerlen), geen onderscheid  pisblo:m (Heerlen), pispot: (pispotten) (Jeuk), pispöte (Horst), pispöts (Geulle), pispotje: pespotjǝ (Tungelroy), pespøtǝkǝ (Mheer), pespø̜tjǝ (Maasmechelen, ... ), piespötje (Roermond), pis putje (Schimmert), pisputje (Vijlen), pisputjes (Gulpen, ... ), pispötje (Castenray, ... ), pispötjes (Jeuk), -  pispetjes (Hasselt), pispotjes (Hasselt), pispötje (Echt/Gebroek, ... ), pispötjes (Arcen, ... ), pispötsje (Maastricht), Bree Wb.  pispötsje (Bree), De kleine (=akkerwinde). (Convolvulus arvensis L.)  pisputjes (Uikhoven), geen onderscheid  pis-puttekes (Mheer), pisputjes (Ospel), idiosyncr.  pispötje (Blerick, ... ), of akkerwinde (Convolvulus arvensis L.)  pispötjes (Susteren), Spelling: "fonetiek-dialect"= Frings  pispötteke (Eksel), Spelling: "fonetisch  pispötsjəs (Maastricht), Veldeke  pispötje (Echt/Gebroek), pispötjes (Waubach), WBD  pispòtjes (Sevenum), WBD/WLD  piespötjə (Roermond), WLD  pis-pötje (Sevenum), pispotje (Stein), pisputjes (Heythuysen), pisputjus (Brunssum), pisputteke (Mheer), pispötje (Doenrade), pispötjəs (Reuver), pispətje (Thorn), ± Veldeke  pispòtjes (Weert), ± Veldeke alle bloemen die deze vorm hadden noemde men zo  pispötje (Tienray), rij: -  rij (Rotem), rijf: rief (stoott.) (Echt/Gebroek), rijgrank: riǝraŋk (Berg / Terblijt), ten onrechte?  rierank (Berg-en-Terblijt), ring: WLD  reng (Schimmert), tuitje: tuûtje (Tungelroy), (Convolvulus Tourn.)  tuûtje (Tungelroy), winde  tuûtje (Tungelroy), veldwinde: vęltjwenj (Berkelaar), vęltwent (Arcen), -  veldjwinj (Echt/Gebroek), veldwind (Arcen), WLD  véltj-winj (Swalmen), verwinde: rǝwen (Tongeren), verwènj (Stokkem), vǝrwen (Tongeren), vərweͅnj (Meeswijk), -  verwin (Bilzen), of rewe´n  verwén (Tongeren), WLD (voor oorspronkelijke gegevens, zie vragenlijst L 292)  verwing (Meerssen), weerwinde: wērwen (Ransdaal), wē̜i̯rwenj (Sittard), werwinde: -  weijerwenj (Sittard), wilde winde: welj weŋ (Brunssum), wilde wingert: wēldǝ weŋǝrt (Wellerlooi), winde: wen (Hout-Blerick), wenj (Amstenrade, ... ), winj (Roermond, ... ), wènj (Echt/Gebroek), wén (Tongeren), -  wing (Beringen), winj (Heythuysen, ... ), wènj (Einighausen, ... ), wînj (Geistingen), eigen spellingsysteem  wing (Maasbree), eigen spellinsysteem  winde (Meijel), geen onderscheid  wienj (Putbroek), win (Hout-Blerick), winj (Heel), geen verschil  wenj (Dieteren), hetzelfde  winj (Beegden), idiosyncr.  winde (Blerick), ook:  wenj (Amstenrade), WBD/WLD  wénj (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), WLD  winj (Maasniel, ... ), wènj (Ophoven), WLD = akkerwinde  winj (Posterholt, ... ) akkerwinde [DC 17 (1949)], [DC 60a (1985)], [DC 60a (1985)], [N 92 (1982)] || Akkerwinde (convolvulus arvensis 20 tot 120 cm hoge plant. De stengels groeien liggend of windend; de bladeren hebben een pijlvormige voet; de bloemen groeien afzonderlijk of 2 aan 2, de kleur is wit of roze met strepen; 2 kleine lijnvormige schutblader [N 92 (1982)] || Convolvulus arvensis L. Zeer algemeen voorkomend over de grond kruipend onkruid op bouwlanden en wegbermen met een tot 1 meter lange stengel en hart- tot pijlvormige blaadjes. De klokvormige bloempjes zijn lichtroze of wit met roze strepen. De plant bloeit van juni tot september en is meer bekend onder de naam pispotjes. Bij de naamgeving wordt vaak geen onderscheid gemaakt of vindt verwisseling plaats met de grotere, klimmende haagwinde (lemma Haagwinde). In dit lemma zijn uitsluitend die benamingen verwerkt die specifiek de akkerwinde benoemen. Zie Brok 1991. [A 17, 6b; A 60A, 93; L 17, 6; S 11; monogr.] || haag- en akkerwinde [DC 17 (1949)], [SGV (1914)] || haagwinde, akkerwinde || pispotje, akkerhoornbloem || veldwinde || winde || winde (plant) I-5, III-4-3