18978 |
smeerpoes |
nami:
mar. protheisis: vgl. fr. "ami"met slot-n van voorafgaand lidwoord
námmie (L209p Merselo),
smeerlap:
smĕrlap (L209p Merselo),
smeerpoes:
smĕrpoes (L209p Merselo)
|
smeerpoes [SGV (1914)] || vuilak, smeerpoes
III-1-4
|
19073 |
smeken |
bidden:
bidde (L209p Merselo, ...
L209p Merselo),
vragen:
vroage (L209p Merselo, ...
L209p Merselo)
|
smeeken [SGV (1914)]
III-1-4, III-3-1
|
20924 |
smeren |
smeren:
smêre (L209p Merselo)
|
smeren [SGV (1914)]
III-2-3
|
30469 |
smetlijn |
slaglijn:
slaxlin (L209p Merselo),
smetlijn:
smɛtlin (L209p Merselo)
|
Met een kleurstof ingestreken stuk touw dat gebruikt wordt om een rechte lijn af te tekenen op bijvoorbeeld een te zagen stuk hout. Het strakgespannen touw wordt daartoe in het midden opgetild en vervolgens weer losgelaten. Op deze wijze verkrijgt men een rechte lijn op het hout. De smetlijn wordt zowel door de timmerman als door de houtzager gebruikt. Zie ook het lemma ɛsmetlijnɛ in Wld II.9, pag. 161/215.' [N 50, 20a; monogr.]
II-12
|
31987 |
smetten, afschrijven |
smetten:
smɛtǝ (L209p Merselo)
|
Met behulp van de smetlijn een rechte lijn aftekenen op een te zagen boomstam of ander hout. Zie ook het lemma ɛsmettenɛ in Wld II.9, pag. 216.' [N 50, 21a; N 53, 204a; monogr.]
II-12
|
27252 |
smid |
smid:
smet (L209p Merselo
[(mv smēj)]
)
|
In het algemeen een handwerksman die metaal, meestal ijzer, met behulp van hamers en andere gereedschappen bewerkt om er werktuigen of andere voorwerpen van te vervaardigen. Doorgaans wordt het metaal voor de verwerking in de smidsvuurhaard verhit en vervolgens op het aambeeld met behulp van smeedhamers in een bepaalde vorm gesmeed. Het woordtype vlammer (Q 113) is een afleiding van het werkwoord vlammen (vlɛmǝ) dat onder meer "slaan" kan betekenen. Vgl. ook RhWb II, kol. 548 s.v. Flammer, "Schmied".' [Wi 6; S 33; L 6, 78; L 8, 99; Weijnen BN 4, 6; N 33, 1a-b; monogr.]
II-11
|
31192 |
smidse |
smis(se):
smes (L209p Merselo)
|
In het algemeen de werkplaats van een smid en meer in het bijzonder de plaats waar de smidsvuurhaard is ondergebracht. Zie ook afb. 1. [N 33, 5; S 33; JG 1a; JG 1b; monogr.]
II-11
|
20493 |
smullen |
pruimen:
proeme (L209p Merselo)
|
lekker en smakelijk eten
III-2-3
|
24244 |
snavel |
snavel:
snavel (L209p Merselo)
|
snavel
III-4-1
|
22346 |
sneeuwbal |
sneeuwbal:
sneejbal (L209p Merselo)
|
sneeuwbal
III-4-4
|