e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merselo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
steken steken: stêke (Merselo) steken [SGV (1914)] III-1-2
stekker driewegstekker: driejwegstekker (Merselo) stekker met drie aansluitmogelijkheden III-2-1
stelling speciestander: spēsistandǝr (Merselo) Doorgaans uit drie poten opgebouwde stellage waar de mortelbak tijdens het vullen op wordt geplaatst. De stelling wordt ook gebruikt bij het beladen van het steenbord. Zie ook afb. 23. Met de termen 'bok' of 'schraag' duidde men in Q 121 een houten schraag met uitstekende dwarsplanken aan. Op de planken werden op heuphoogte van de metselaar de mortel en de stenen gedeponeerd zodat deze zich niet te diep hoefde te bukken. Zie voor de fonetische documentatie van de woorddelen '(mortel)-', '(spijs)-' etc. het lemma 'Mortel'. [N 30, 45c; monogr.; div.] II-9
stellingmolen galerijmolen: galǝręj[molen] (Merselo) Een hoge stenen molen met een zwichtstelling er rond omheen vanwaaraf onder meer de stand van de kap kan worden veranderd en de vang wordt bediend. Zie ook afb. 9. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømolenŋ het lemma ɛmolenɛ.' [N O, 32e; A 42A, 53; Sche 6; N O, 32j] II-3
stelmechanismen aan de ploeg draaier: drɛ̄ ̝i̯ǝr (Merselo) Aan een ploeg zijn verschillende mechanismen of onderdelen te onderscheiden, die dienen om de diepte en breedte van de voor, alsmede de stand van de werkende delen van de ploeg te regelen. Naar de benamingen hiervoor werd niet in het hele gebied ge√Ønformeerd. Mede daarom werden de betrokken gegevens in één lemma bijeengezet. De regelende onderdelen in kwestie zijn hieronder per soort nader toegelicht. Men vergelijke het vorige lemma. [N 11, 31.IV.d; N 11, 32b; N 11A, 93b + 98a + 98d; JG 1a; monogr.] I-1
stenen pot, keulse pot keulse pot: Kölse pot (Merselo, ... ) aardenwerkpot || keramiek van de Nederrijn III-2-1
stenendrager sjouwer: šǫwǝr (Merselo) De handlanger die speciaal belast is met het aandragen van de metselstenen. Zie voor de fonetische documentatie van de tussen haken geplaatste termen het lemma 'handlanger'. [N 30, 2d; N 31, 16b; monogr.] II-9
sterfbed doodsbed: dódsbed (Merselo) doodsbed III-2-2
sterven af laten weten: áf laote wieëte (Merselo), afsterven: áfstaerve (Merselo), de dodenmars blazen: d’n dojjemars blaoze (Merselo), heengaan: hingaon (Merselo), hemelen: himmele (Merselo), gón hemele  hemele (Merselo), overlijden: ovverleeje (Merselo), ovverlieje (Merselo), sterven: staerve (Merselo), met streepje op de a  stärve (Merselo) overlijden || overlijden, sterven || sterven [SGV (1914)] III-2-2
sterx ster: (verkleinwoord: sterke; meervoud: sterre).  ster (Merselo) ster (hemellichaam) III-4-4