e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merselo

Overzicht

Gevonden: 3435
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zand, zandgrond zand: zant (Merselo) Zand is steenstof, een geologische formatie die uit losse, fijne korrels kwarts en glimmer bestaat. Zandgrond is de grondsoort die uit zand bestaat, en is lichte, niet zoʔn vruchtbare grond. Zavel bestaat voornamelijk uit zand met wat lichte klei. [N 27, 40; Wi 52; S 45; L 7, 61a; L 8, 103; N 11, 2f add.; N 18, add.; A 10, 4; Vld.; monogr.] I-8
zang, bussel gelezen aren roest: roest (Merselo) De bussel die de arenlezers bijeenbrengen. Vergelijk het lemma ''bussel geharkte aren'' (5.2.3). In het westen van de Kempen wordt opgemerkt dat dergelijke zangen vooral bij het lezen van hennep worden gemaakt. In het Noord-Truierlands worden de zangen niet gebonden, maar los verzameld. Godsschel, naar Jongeneel 1884, is een metafoor naar de vorm van de altaarbel. [N 15, 36; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-4
zanglijster, lijster lijster: liester (Merselo), turdus ericetorum  liester (Merselo) lijster [SGV (1914)] III-4-1
zaniken, zeuren zaniken: sannike (Merselo), zeuren: sø͂ͅre (Merselo) zaniken [SGV (1914)] || zeuren [SGV (1914)] III-3-1
zedenpreek zedenpreekje: zedeprikske (Merselo) Een zedenpreek, vermanende zedenles, sermoen. [N 96B (1989)] III-3-3
zeef zift: zift (Merselo), Enne kop as \'n zift hebbe: erg vergeetachtig zijn Iemes ònder \'t zift trekke: iemand financieel bedonderen  zif(t) (Merselo), zij: \'n Smerrege zeej lót ok génschón water dur: Boze opzet is niet voor eerlijkheid vatbaar  zeej (Merselo) vloeistofzeef || zeef [SGV (1914)] || zeef voor vaste stoffen III-2-1
zeef van de aardappelsorteermachine, algemeen zeef: zēf (Merselo) In dit lemma staan de algemene benamingen voor de zeef in de sorteermachine bijeen. Voor zover er (lexicaal onderscheiden) aparte benamingen zijn voor de specifieke zeven, zijn deze in de drie volgende lemmata verwerkt. Vaak is het meervoud opgegeven: de zeven van de sorteermachine. [N 12, 34d] I-5
zeemlap zeem: zeeum (Merselo), zeemlap: zieëmláp (Merselo), zeemleer: zieëmlaer (Merselo) zeem (leder) [SGV (1914)] || zeemdoek || zeemleer III-2-1
zeepsop sop: sop (Merselo, ... ), zeepnat: zeeipnat (Merselo), zieëpnat (Merselo, ... ), zeepsop: zieëpsop (Merselo) sop [SGV (1914)] || zeepsop [SGV (1914)] || zeepwater III-2-1
zeer grote aardappelen knoepers: knoepers (Merselo) Voor de fonetische documentatie van het woord aardappelen, zie het lemma Aardappel. [N 12, 4; JG 1a; monogr.] I-5