e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merselo

Overzicht

Gevonden: 3435
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zijbeuk zijbeuk: ziejbeuken (Merselo) De beide zijruimten, links en rechts van het middenschip [zijbeuken?]. [N 96A (1989)] III-3-3
zijde zij: pien ien de zie (Merselo) zij, zijde (pijn in de zij) [N 07 (1961)] III-1-1
zijpad zijpad: de twiee ziejpej (Merselo) Elk van beide zijgangen [zijpad?]. [N 96A (1989)] III-3-3
zijstukken van het raam steunen: stø̄nǝ (Merselo) De beide korte delen van het raamwerk, waarin de as van de rol bevestigd is. [JG 2c; JG 1b add.; N 11A, 184d + 185c; div.; monogr.] I-2
zilveruitje sint-janslookje: sint-jânslökse (Merselo) zilveruitje I-7
zingen sjielpen: sjiel(e)pe (Merselo) sjilpen III-4-1
zingende mis gezongen mis: gezongen mis (Merselo), zingende mis: zingende mis (Merselo) Een mis waarin de gelovigen geestelijke liederen zingen [zingende mis, zingmès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
zitbank bank: baank (Merselo), van de vurste baank ziede \'t uurst bij \'t bord: wie dicht bij een voordeel zit, profiteert het meest  baank (Merselo) bank || zitmeubel III-2-1
zitten zitten: zitte (Merselo) zitten [SGV (1914)] III-1-2
zoeken zoeken: zuke (Merselo) zoeken [SGV (1914)] III-1-2