34240 |
geronnen melk |
zure melk:
zūr mɛlk (L209p Merselo)
|
Melk die door het lange staan dik en zuur is geworden. [L 2, 7; A 7, 15; monogr.]
I-11
|
20912 |
gerookt spek |
schinkenspek:
schaenkespek (L209p Merselo)
|
gerookte mager (doorregen) spek
III-2-3
|
20583 |
gerookte paling |
aal:
ōͅl (L209p Merselo, ...
L209p Merselo),
paling:
Ennen aol is genne paoling: Het mindere mag men niet als meerdere aanprijzen
paoling (L209p Merselo)
|
paling
III-2-3
|
32979 |
gerst |
gerst:
garst (L209p Merselo)
|
Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.]
I-4
|
20312 |
geslachtsgemeenschap hebben |
naaien:
cf. VD fr.
naeje (L209p Merselo),
wiksen:
cf. VD D.-N. s.v. "wichsen"I. masturberen; cf. WNT s.v. "wiksen"(soms ook in de vorm wieksen) 2) slaag geven, aframmelen
wikse (L209p Merselo)
|
coïre || gemeenschap met een vrouw hebben
III-2-2
|
23491 |
gesloten kapelletje? |
heiligenhuisje:
heͅlegənhy(3)̄skə (L209p Merselo)
|
Een kapelletje waar men niet in kan, waarin achter traliewerk een kruis of een beeld staat. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
34472 |
gesneden haan |
kapuin:
kǝpūn (L209p Merselo)
|
[N 19, 60a; monogr.]
I-12
|
34394 |
gesneden mannelijk schaap |
hamel:
hāmǝl (L209p Merselo)
|
[N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.]
I-12
|
34305 |
gesneden mannelijk varken |
berg:
bø̄rx (L209p Merselo),
bø̜rx (L209p Merselo),
gesneden beer:
gǝsnęi̯ǝ bii̯ǝr (L209p Merselo)
|
Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12]
I-12
|
34309 |
gesneden vrouwelijk varken |
gelt:
gelt (L209p Merselo),
gesneden zog:
gǝsnii̯ǝ zox (L209p Merselo)
|
Uit de antwoorden blijkt dat gelt verschillende betekenissen kan hebben. Er zijn informanten (K 278, L 421, 422, 423, Q 197, 211) die zeggen dat het snijden van een vrouwelijk varken ter plekke onbekend is. Het onvruchtbaar maken bestond uit het doorknippen van de eileiders. [N 19, 9; A 4, 4c; L 20, 4c; L 37, 49e; JG 1b; L 37, 49f; monogr.]
I-12
|