e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Merselo

Overzicht

Gevonden: 3435
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
godslamp godslamp: godslamp (Merselo) De godslamp, de altijd brandende olielamp vóór het tabernakel van het hoofdaltaar of sacramentsaltaar [gods-, gôds-, gaods-, godeslamp]. [N 96A (1989)] III-3-3
goed voren derin gaan: dǝrin gǭn (Merselo) Van een ploeg die - mits goed gesteld en (i.g.v. een voetploeg) goed bestuurd - telkens op de juiste wijze een voor afsnijdt en omkeert, zegt men dat hij goed of mooi voort. [N 11A, 124a] I-1
goede kamer, ontvangkamer beste kamer: baestekamer (Merselo), pronkkamer: proonkkamer (Merselo), voorkamer: vurkamer (Merselo) pronkkamer, deftige kamer || soort van kamer, waarin bij de deftige burgerij de dure en kostbare meubels stonden en die zelden in gebruik was || voorkamer III-2-1
goede- opbrengst geven (goed) schieten: sxitǝ(n) (Merselo) Werkwoordelijke uitdrukking van het vorige lemma "de oogst levert goed op", "staat er goed voor". Zeer algemene uitdrukkingen als "(de oogst) staat goed" of "(de oogst) staat schoon" zijn hier niet opgenomen. Vergelijk ook het lemma ''groeien'' (1.1.4). [N 15, 12; monogr.; add. uit N 15, 10 en 11; L 5, 39; L 39, 39] I-4
goedheid goedigheid: goejeghejd (Merselo) goedaardigheid, goedheid III-1-4
goedkoop goedkoop: goeiekoo.up (Merselo) goedkoop [SGV (1914)] III-3-1
goedzak goede bloed: ènne goeie blōēd (Merselo), goede bluts: goejen bluts (Merselo), lobbes: löbbes (Merselo) fig. goedbloed, goedzak || goedzak [SGV (1914)] || goedzak, goedaardig wezen III-1-4
gooien smijten: smiete (Merselo) werpen [SGV (1914)] III-1-2
gootsteen gootsteen: gutstieën (Merselo), gòtstieën (Merselo), pompensteen: poompestieën (Merselo, ... ), spoelsteen: spuulstieën (Merselo) aanrecht met bak || aanrecht met bak en afvoer || gootsteen III-2-1
gortpap grutjespap: grötjespáp (Merselo) gortepap III-2-3