23543 |
grote hostie |
grote hostie (<lat.):
groeete hostie (L209p Merselo)
|
De grote hostie, op de pateen gelegen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19502 |
grote schoonmaak |
grote poets:
groeëte poets (L209p Merselo),
kermispoets:
kermespoets (L209p Merselo),
schoonmaak:
schónmaak (L209p Merselo, ...
L209p Merselo)
|
de handeling van het (uitgebreid) schoonmaken || grote schoonmaak in het voorjaar || schoonmaak || speciale schoonmaakbeurt voor de kermis
III-2-1
|
24857 |
grote weegbree |
hazenbrood:
plantago major
hazebroeëd (L209p Merselo)
|
weegbree
III-4-3
|
18872 |
gruwelijk |
gruwelijk:
grouweelig (L209p Merselo),
gruelijk (L209p Merselo)
|
gruwelijk [SGV (1914)]
III-1-4
|
32626 |
guano |
guano:
gǝwān (L209p Merselo)
|
Guano is een poedervormige meststof, vervaardigd van uitwerpselen, veren en kadaverresten van zeevogels, waarvan zich in de loop van de tijd dikke lagen hebben gevormd op onbewoonde eilanden en klippen met name aan de westkust van Zuid-Amerika (Peru, Chili). Blijkens een aantal opgaven werd guano beschouwd als de oudste of eerst bekende kunstmest of was hij de voorloper daarvan, die vooral vóór de eerste W.O. gebruikt werd. Toen de echte kunstmest zijn intrede had gedaan, werd deze aanvankelijk nog vaak guano genoemd. Met guano, die voornamelijk werd aangewend om pootaardappelen te bemesten, ging men zuinig om: met een oude eetlepel of iets dergelijks werd in ieder pootgat een kleine hoeveelheid van deze meststof op of bij de aardappel gelegd. Volgens de meeste opgaven was guano een stikstofhoudende meststof, volgens enkele andere bevatte hij ook kali en fosforzuur, terwijl hij eenmaal met thomasslakken wordt vergeleken of als zwarte meststof wordt omschreven. Mogelijk werd deze originele vogelmest in het begin van de kunstmestperiode synthetisch nagemaakt en als guano of onder een daarop gelijkende handelsnaam in de handel gebracht. [N P, 8; N 11A, 62a]
I-1
|
19082 |
guit |
guit:
gŭŭt (L209p Merselo)
|
guit [SGV (1914)]
III-1-4
|
18834 |
guitig |
olijk:
oeleg (L209p Merselo),
strabant:
cf. Weijnen Etymologisch Dialectwoordenboek, p. 196 s.v. "strabant
strabant (L209p Merselo)
|
aardig, olijk, guitig || ondeugend, schalks
III-1-4
|
21331 |
gulden |
gulden:
gulde (L209p Merselo)
|
gulden [SGV (1914)]
III-3-1
|
19075 |
gunnen |
gunnen:
gunne (L209p Merselo)
|
gunnen [SGV (1914)]
III-1-4
|
25142 |
guur, kil en schraal weer |
koud (weer):
kālt (L209p Merselo, ...
L209p Merselo),
ozelachtig:
ozelaechteg (L209p Merselo),
(dit is een variant van ozelaechteg).
oeëzelaechteg (L209p Merselo),
ozelig (weer):
(dit is een variant van ozelaechteg).
ozeleg (L209p Merselo),
ruw (weer):
(hetwoordelijke, bijwoordelijke uitdrukking).
ròw waer (L209p Merselo),
zuursig:
(zoerseg waer).
zoerseg (L209p Merselo)
|
guur, kil || kil [SGV (1914)]
III-4-4
|