e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mesch

Overzicht

Gevonden: 750

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
buik (spotnamen) pens: paans (Mesch) buik: spotbenamingen [N 10 (1961)] III-1-1
buil op het hoofd huts: huts (Mesch) buil op het hoofd [buts, buil] [N 10a (1961)] III-1-2
buitenzak op een jas jassentas: jassetèsch (Mesch) buitenzak in een jas [jassetes] [N 23 (1964)] III-1-3
bult bult: bølt (Mesch) Naar voren komend gedeelte van het metselwerk van een muur. Bulten in een muur kunnen ontstaan door onnauwkeurig metselwerk. Ook door ouderdom of verzwakking van het metselwerk kunnen muren uitzetten en zo bulten ontwikkelen. [N 31, 47b] II-9
bustehouder bustehouder: bustehoawer (Mesch) bustehouder, steunlijfje voor de boezem [N 25 (1964)] III-1-3
cape omhanger: umhanger (Mesch) cape, grote ~, versierd met kant, strikken en fluwelen garnering [umhanger] [N 25 (1964)] III-1-3
capuchon regenkapje: riegekapku (Mesch) capuchon van een regenmantel [tröt] [N 23 (1964)] III-1-3
cement cement: sǝmęnt (Mesch) Een snel verstenend bindmiddel, doorgaans in poedervorm, dat ontstaat door vermenging van kalk- en leemhoudende stoffen die onder hoge temperatuur versinterd zijn. Het bezit de eigenschap door toevoeging van water zowel onder water als aan de lucht te verharden. [N 30, 35a; N 30, 35b; monogr.] II-9
cementmortel cementspijs: sǝmęnt[spijs] (Mesch) Mortel, bestaande uit cement en zand. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(mortel)', '-(spijs)', etc. het lemma 'Mortel'. [N 30, 37e; monogr.] II-9
cent cent: sént (Mesch), rode, een ~: roeie (Mesch), sang: sang (Mesch) cent, een ~ [ook oudere woorden als sans?] [N 21 (1963)] III-3-1