e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mesch

Overzicht

Gevonden: 750
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gebluste kalk bluskalk: bløskālǝk (Mesch), geleste kalk: gǝleš˱dǝ kālk (Mesch), leskalk: leškālk (Mesch) Ongebluste kalk die met water is aangelengd. Zie ook het lemma 'Kalk blussen'. Gebluste kalk wordt gebruikt bij de bereiding van mortel. Woordtypen als 'stubkalk', 'poederkalk', 'poeder' en 'zakjeskalk' verwijzen naar schelpkalk die direct na het branden droog geblust wordt en in poedervorm op de bouwplaats wordt aangeleverd. [N 30, 30a; N 30, 30b; N 30, 30c; N 30, 32f; monogr.] II-9
gebreide kous gestrikte hoos: gesjtriekte haozu (Mesch) breikous [sjtrikhaos, strikkous] [N 24 (1964)] III-1-3
gedrongen postuur gezet: gezat (Mesch) gedrongen, een gedrongen postuur hebben [N 10 (1961)] III-1-1
geeuwen gapen: gaape (Mesch) gapen [N 10 (1961)] III-1-2
geheel afgeschoren wolvacht vacht: vax (Mesch) De gehele vacht wol van het schaap, wanneer dit geschoren wordt. [N 38, 19; L 41, 37; monogr.] I-12
gehemelte verhemelte: verhiemelt (Mesch) gehemelte [raak, geemel] [N 10a (1961)] III-1-1
gehurkt zitten op zijn hukken zitten: op zn hoeke ziete (Mesch) hurken, op zijn ~ zitten [op de huuke, op znen huik, op zn huiketjes zitte] [N 10 (1961)] III-1-2
gekruld haar krullenbol: krullebol (Mesch) gekruld haar [N 10 (1961)] III-1-1
geld duiten: duite (Mesch), geld: gelt (Mesch), poen: poen (Mesch) Geld in het algemeen; hierbij ook graag allerlei uitdrukkingen [geld, sens, poen, swis, oorden enz.] [N 21 (1963)] III-3-1
gele lupine lupinen: ly`pinǝ (Mesch) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5