17660 |
handen (spotnamen) |
fikken:
fikke (Q198a Mesch),
klauwen:
klāāwe (Q198a Mesch)
|
[N 10 (1961)]
III-1-1
|
21519 |
handgeld |
handgeld:
haandgeld (Q198a Mesch)
|
eerste geld dat iemand ontvangt voor zijn waren [handsgeld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
30061 |
handhei |
heiblok:
hęjblǫk (Q198a Mesch)
|
Handgereedschap om palen in de grond te slaan. Het bestaat uit een zwaar houten blok waaraan verschillende handvatten zijn aangebracht. Zie ook afb. 26. [N 31, 5b; monogr.]
II-9
|
27222 |
handlanger |
opperknecht:
ōpǝrknɛx (Q198a Mesch),
opperman:
opǝrman (Q198a Mesch)
|
Helper van de metselaar. Tot de taken van de handlanger behoren onder meer het aandragen van metselstenen en het klaarmaken van de specie. [N 30, 2a; N 30, 2b; N 30, 2c; N 30, 2d; N 30, 40b; N 30, 45a; N 31, 16b; L B 1, 104; monogr.; div.; Vld]
II-9
|
29922 |
handlangeren |
metselaren verzorgen:
mɛtsǝlē̜rǝ vǝrzø̜rǝgǝ (Q198a Mesch)
|
De metselaar helpen bij zijn werkzaamheden door onder meer metselstenen aan te dragen en mortel klaar te maken. [N 30, 2b; N 30, 2c; monogr.]
II-9
|
17662 |
handpalm |
palm:
palm van de haand (Q198a Mesch)
|
palm van de hand [N 10 (1961)]
III-1-1
|
18256 |
handschoen |
haas:
héjschu (Q198a Mesch)
|
handschoenen, met vier vingers en een duim [vingerwante, haase, hejse] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
29809 |
handvormsteen |
handvorm:
%%meervoud%%
hānt˲vø̜rǝmǝrs (Q198a Mesch)
|
Volledig met de hand bewerkte en gevormde baksteen. Tegenwoordig verstaat men onder een handvormsteen ook een steen die op dezelfde wijze wordt gevormd als de handsteen vroeger, maar waarbij de bewerkingen volledig of gedeeltelijk machinaal gebeuren - Schuddinck, pag. 108. [N 30, 52b; N 98, 161; monogr.]
II-8
|
30151 |
hardsteen |
graniet:
graniet (Q198a Mesch),
hardsteen:
hartstęjn (Q198a Mesch)
|
Grijsblauwe kalksteen die wordt gebruikt voor stoepen, trappen, vloeren, dorpels en trottoirbanden. De term 'arduin' wordt meestal gebruikt voor hardsteen die uit België afkomstig is. Hardsteen in gepolijste vorm is ook wel onder de naam 'graniet' bekend. De 'Naamse steen' is een harde, blauwe kalksteensoort, afkomstig uit groeven uit de omgeving van Namen die vaak wordt gebruikt voor dorpels. Hij is in kwaliteit vergelijkbaar met de 'Luikse steen'. Volgens de invuller uit L 270 werd de Naamse steen ook gebruikt voor plavuizen. [N 30, 55c-g; N 30, 56; monogr.]
II-9
|
19534 |
hecht van een mes |
steel:
sjtiel (Q198a Mesch)
|
handvat van een mes (hecht, heft) [N 20 (zj)]
III-2-1
|