e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mesch

Overzicht

Gevonden: 750
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kunstmest strooien (kunstmest) spreiden: šprɛi̯ǝ (Mesch  [(machinaal)]  ), (kunstmest) strooien/strouwen: štrø̜i̯ǝ (Mesch  [(machinaal)]  ), (kunstmest) zaaien: zi̯ei̯ǝ (Mesch), bruien: brø̜i̯ǝ (Mesch) Het strooien van kunstmest over het land gebeurt met de hand of met een machine. Voor beide zijn de benamingen meestal identiek. Slechts waar er voor het strooien met de hand en het machinaal strooien verschillende benamingen bestaan, wordt dit in het lemma aangegeven door "met de hand", resp. "machinaal" achter het plaatsnummer. [N 11, 24; N 11A, 63a + 64a + 65a; N P, 10a + b; JG 1b add.] I-1
kunstmeststrooier kunstmeststrouwer/-strooier: [kunstmest]štrø̜i̯ǝr (Mesch) Bedoeld wordt de machine waarmee kunstmeststoffen gelijkmatig over het land worden verspreid. Voor het (...)-gedeelte van de betrokken varianten hieronder zie men de lemmata kunstmest en stalmest. [N P, 9; N 11A, 65b] I-1
kwartje kwartje: kwartche (Mesch), wullemke (Mesch) kwartje, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1
kwitantie kwitantie: kwietaansie (Mesch) kwitantie, bewijs van schulddelging [N 21 (1963)] III-3-1
laars (alg.) stevel: sjtievelu (Mesch) laars [bot, steevel, buus, kamasj] [N 24 (1964)] III-1-3
laars met sluitriempje rijlaars: rijlaars (Mesch) laars waarvan de schacht aan de bovenkant van een verstelbaar sluitriempje is voorzien [rijlaars] [N 24 (1964)] III-1-3
laars tot of boven de knie kaplaars: kaplaarzu (Mesch) laars waarbij de schacht het hele onderbeen bedekt [kapleers, kapsjtievel, kamasj] [N 24 (1964)] III-1-3
laarzenschacht stevelenschacht: sjtievelusjach (Mesch) schacht van een laars [sjach, sjteevelschach] [N 24 (1964)] III-1-3
lage herenschoen, molière lage schoen: lieg sjoon (Mesch) herenschoenen, lage ~ [N 24 (1964)] III-1-3
lagenmaat laagverdeling: lǭx˲vǝrdęleŋ (Mesch), voegverdeling: vōx˲vǝrdęleŋ (Mesch) De dikte van één baksteen plus één lintvoeg. Zie ook afb. 28 en 41. [N 31, 8a; N 31, 7c; monogr.] II-9