25448 |
bederven, gezegd van pekel |
kapot:
kapot (Q198a Mesch)
|
De zoutoplossing kan bederven doordat te veel bloed uit het vlees trekt en zich met de pekel vermengt. [N 28, 109; monogr.]
II-1
|
17561 |
been, beenderen |
been:
bein (Q198a Mesch),
e bèèn (Q198a Mesch)
|
beenderen [N 10a (1961)] || benen, been (Frans: un os) [knook, knowk, been, bot] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
30041 |
bekisting |
bekisting:
bǝkisteŋ (Q198a Mesch)
|
De van planken en platen vervaardigde houten mal waarin beton gestort wordt. Zie ook het lemma 'Bekister'. [N 30, 51a; monogr.]
II-9
|
21684 |
bekostigen? |
bekostigen:
bekustège (Q198a Mesch)
|
Betekenis en uitspraak van: het werkwoord bekostigen = betalen, b.v. "dat kan ik niet bekostigen? [bekostigen, beköstigen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
17672 |
benen (spotnamen) |
poten:
puuj (Q198a Mesch)
|
benen: spotbenamingen [billewaage, pikkels, stekken] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
19540 |
berkenbezem |
rijsbezem:
riesbessem (Q198a Mesch)
|
bezem gemaakt van berketwijgjes (rijsbezem, berkenbezem, berkenboender) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
27448 |
beton |
beton:
bǝtǫŋ (Q198a Mesch)
|
Een mengsel van cementspecie met een grove toeslag, bijv. grind, steenslag of bims, dat in bepaalde verhouding onder toevoeging van water wordt gemengd en tot een steenachtige massa verhardt. Een betonmengsel van één deel cement, twee delen zand en drie delen kiezel werd in L 321 een 'missing' ('meseŋ'), van 'missen' ø̄mengenø̄, genoemd. [N 30, 47a; N 30, 50; monogr.]
II-9
|
30046 |
beton storten |
beton storten:
[beton] stǫrtǝ (Q198a Mesch),
betonnen:
bǝtǫŋǝ (Q198a Mesch)
|
De aangemaakte vloeibare beton in de bekisting gieten. Zie voor de fonetische documentatie van het woord '(beton)' het lemma 'Beton'. [N 30, 51c]
II-9
|
30059 |
betonfundament |
voetfundament:
vōtføndamēnt (Q198a Mesch)
|
Taps toelopend fundament, vervaardigd van stampbeton. Deze betonsoort wordt laagsgewijs in een bekisting aangebracht en met een stamper verdicht. Zie ook afb. 25b. [N 31, 2b]
II-9
|
30048 |
betonhouw |
riek:
rēk (Q198a Mesch)
|
Riek waarvan de twee tanden loodrecht op de steel staan. Het werktuig wordt gebruikt bij het maken van beton om de verschillende bestanddelen dooreen te mengen. Zie ook afb. 24. [N 30, 49; monogr.]
II-9
|