e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mesch

Overzicht

Gevonden: 750
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoenlepel aantrekker: aantrikkur (Mesch) schoenlepel [schoontrekker] [N 24 (1964)] III-1-3
schoenveter rijgstaartel: rijsjtartul (Mesch) schoenveter [rijgsnoer, (rij)reem, sjoonsreim, riereem, riesjtartel, nistel, rienastel, raajnagel, rijnassel, rijgnestel, rijgenast] [N 24 (1964)] III-1-3
schoor stut: støt (Mesch) Paal of stijl die ter ondersteuning schuin onder een constructie wordt geplaatst. [N 31, 48b; monogr] II-9
schort, voorschoot scholk: sxǫlǝk (Mesch) [N 30, 5a; monogr.] II-9
schotel schotel: een platte grote schaal  schoetel (Mesch) schotel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
schoteltje schoteltje: sjütelke (Mesch) schoteltje, klein bordje of ~, gebruikt onder een kopje waaruit men drinkt [N 20 (zj)] III-2-1
schrabsel vel met haren: vɛl mɛt hǭrǝn (Mesch) De afgekrabde opperhuid met haren. De lange haren worden soms bewaard en tot borstels e.d. verwerkt of verkocht. [N 28, 29; monogr.] II-1
schrobbezem schrobber: sjrübber (Mesch, ... ) bezem (met lange steel); inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || bezem om de vloeren mee te schrobben (boender, schrobbessem, wasser, luiwagen) [N 20 (zj)] III-2-1
schuimspaan schuimlepel: sjuumliepel (Mesch, ... ) lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || schuimspaan, schuimlepel [N 20 (zj)] III-2-1
schuld zonder papieren handschuld: haandschúld (Mesch) schuld die niet schriftelijk is vastgelegd [handschuld?] [N 21 (1963)] III-3-1