e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mesch

Overzicht

Gevonden: 750
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zakgeld traktement: traktemént (Mesch, ... ) zakgeld (traktement, pree?) [N 21 (1963)] || zakgeld [traktement, pree?] [N 21 (1963)] III-2-2, III-3-1
zandsteen kunrader steen: kønrādǝr stęjn (Mesch) Natuurgesteente, bestaande uit zandvormige kwartskorrels die door een bindmiddel tot een vast geheel verbonden zijn. De kleur ervan kan zeer verschillend zijn. Zandsteen wordt onder meer gebruikt als bouwmateriaal. De 'Kunrader steen' wordt volgens de invuller uit L 427 gedolven in Kunrade bij Voerendaal. 'Crauberger' wordt ook Kunradersteen genoemd en ontleent zijn naam aan het gehucht Crauberg onder Klimmen waar de steengroeven liggen. [N 30, 55c; N 30, 55d; N 30, 55g; N 30, 56] II-9
zeef zeef: zeif (Mesch) zeef in het algemeen [N 20 (zj)] III-2-1
zenuw zenuw: n zénuw (Mesch) zenuw [zeen] [N 10 (1961)] III-1-1
zeveren zeveren: zèivere (Mesch) zeveren [zeivere, sabbere] [N 10a (1961)] III-1-1
zijn neus snuiten snuitsen: schnoetse (Mesch) snuiten: zijn neus snuiten [sneuve, snutte] [N 10a (1961)] III-1-2
zitvlak van een broek bodem: boijum (Mesch) zitvlak, kruis, bodem van de broek [boksebaom, zolder, zuur schrej, kont, wan] [N 23 (1964)] III-1-3
zomerkleren zomerkleren: zoemerkleijer (Mesch) zomerkleren [N 23 (1964)] III-1-3
zondagse kleren `s zondagse kleren: soondusse kleijer (Mesch) zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
zool van een schoen lap: lap (Mesch) zool van een schoen [N 24 (1964)] III-1-3