e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L245p plaats=Meterik

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spieken foetelen: alg. benaming voor oneerlijk zijn  fōētələ (Meterik) spieken; Hoe noemt u bij een proefwerk stiekum gebruik maken van een boek of een papiertje/ [DC 48 (1973)] III-3-1
spijbelen hegschool houden: heksschōēul halde (Meterik) spijbelen [SGV (1914)] III-3-1
spijkerbroek spijkerboks: spei̯kəRbooks (Meterik) Spijkerbroek (jeans). Hoe noemt de dialectsprekende jeugd in de plaats waarvoor u het dialekt optekent dit? [DC 58 (1983)] III-1-3
spijkerjas spijkerjasje: spei̯kəRjeskə (Meterik) Spijkerjasje. Hoe noemt de dialectsprekende jeugd in de plaats waarvoor u het dialekt optekent dit? [DC 58 (1983)] III-1-3
spijkerpak spijkerpak: spei̯kəRpak (Meterik) Spijkerpak. Hoe noemt de dialectsprekende jeugd in de plaats waarvoor u het dialekt optekent dit? [DC 58 (1983)] III-1-3
spijlen aan de achterwand van de veenkruiwagen latten: latǝ (Meterik) [II, 70e] II-4
spilwagen spilwagen: spilwāgǝ (Meterik) Soort veenkruiwagen bestaande uit platte latten voor wat het laadgedeelte betreft. De achterwand heeft een schuin oplopende wand van 4 √† 5 rechtopstaande spillen. [II, 70] II-4
spin spin: spen (Meterik), spin (Meterik) spin [RND], [SGV (1914)] III-4-2
spinnen spinnen: spenǝ (Meterik) De handeling die met behulp van een spinnewiel werd verricht. Vooral voor vlas en hennep was het raadzaam de spinvingers nat te houden tijdens het spinnen. Hiervoor had men een klein potje met water aan rokken of wiel hangen (Weyns, pag. 844-845). Soms werden daartoe ook wel kleine, twee-orige kruikjes van ongeveer 7 cm hoog gebruikt, gebakken onder andere te Raeren. [N 34, C; RND 3; Wi 27; S 34; monogr.] II-7
spinnenweb spinnenweb: spenəwɛp (Meterik) spinnenweb [RND] III-4-2