e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L245p plaats=Meterik

Overzicht

Gevonden: 1646
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een bed turf bed: bęt (Meterik) Leger met zes √† zeven storten ertegenaan. [II, 79e] II-4
een blauwtje lopen het fortuin is uit: ət fərtuun is ôêt (Meterik) een andere benaming voor: hij heeft een blauwtje gelopen. Als een jongen door een meisje wordt afgewezen zegt men wel: --. Kent u voor dit feit in uw dialect een andere uitdrukking? (bv. hij heeft een blonde gelopen, een blauwe scheen krijgen, enz) [DC 52 (1977)] III-2-2
een boterham smeren een boterham smeren: əm bo̝təram smē̝ͅrə (Meterik) smeren [RND] III-2-3
een dubbele ring maken dobbelring maken: dobǝlrēŋk mākǝ (Meterik) Van twee ringen één ring maken van 16 turven dik hoog. [II, 83a] II-4
een ei afpellen afschellen: āfsxęlǝ (Meterik) Een ei van de schaal ontdoen. [N 19, 55b; A 39, 9b] I-12
een huis huren huren: hø&#x0304rə (Meterik), pachten: pâxtə (Meterik) een huis huren [DC 35 (1963)] || huren [SGV (1914)] III-2-1
een zandbad nemen bakelen: bākǝlǝ (Meterik) Met de vleugels een zandbad nemen in de zonneschijn, gezegd van kippen. [N 19, 61b; A 28, 13a; A 28, 13b; Lu 6, 13a; Lu 6, 13b; monogr.] I-12
eend eend: ęnt (Meterik) [JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 18; S 49; L 1a-m; NE II, 55; Vld.; L A1, 48; monogr.] I-12
eendekroos kroost: -  kroos(t) (Meterik) eendekroos [DC 56 (1981)] III-4-3
eenvoudig effen: effe (Meterik) eenvoudig [SGV (1914)] III-1-4