e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L245p plaats=Meterik

Overzicht

Gevonden: 1646
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geraamte geraamte: geremt (Meterik) geraamte, skelet [SGV (1914)] III-1-1
gereed klaar: klaor (Meterik), kloar (Meterik) klaar [SGV (1914)] || klaar: Als je - bent mag je gaan spelen [DC 35 (1963)] III-1-4
gereedschap peelgerei: pīǝlgǝrē̜j (Meterik) De algemene benaming voor turfgereedschap. [I, 13] II-4
gerookt spek gerookt spek: gəruuwk spek (Meterik) spek dat gerookt is [DC 48 (1973)] III-2-3
gerst gerst: garst (Meterik) Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.] I-4
gesneden mannelijk varken berg: bø̜̄rx (Meterik) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12
getob; tobben gemartel: gemaartel (Meterik, ... ) gemartel [SGV (1914)] III-1-4
getrouwde vrouw getrouwde vrouw: gətrówdə vrów (Meterik) getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND] III-2-2
getuigen getuigen: getuge (Meterik) getuigen [SGV (1914)] III-3-1
gevangenis bak: Van Dale: I. bak, 9. (gemeenz.) gevangenis, nor, arrestantenhok.  bak (Meterik), kast: Van Dale: kast, 6. (gemeenz.) gevangenis.  kāst (Meterik), prison (<fr.): Van Dale: prison (&lt;Fr.), (gew.) gevangenis.  prezon (Meterik) gevangenis [SGV (1914)] III-3-1