30614 |
olieverf |
olieverf:
ǭli[verf] (L245p Meterik)
|
Verf waarvan het bindmiddel bestaat uit een drogende olie als lijnolie of papaverolie. Olieverf wordt bereid door verfstof met een tempermes op een wrijfsteen in de olie te wrijven of door olie en verfstof na menging te malen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [S 26; N 67, 23b; monogr.; div.]
II-9
|
27041 |
omringen |
omringen:
ømreŋǝ (L245p Meterik)
|
De bovenste turven aan de ring onder en de onderste turven boven plaatsen. Op deze manier wordt het drogingsproces versneld. [II, 81]
II-4
|
27031 |
omstuiken |
doorstuiken:
dø̜rstukǝ (L245p Meterik),
omstuiken:
ømstukǝ (L245p Meterik)
|
Bij het stuiken de bovenopliggende turven onderaan leggen en de onderste boven of de vier of vijf bovenste lagen van een ring opnieuw opstapelen. [II, add.]
II-4
|
25685 |
omzetten |
omzetten:
ømzętǝ (L245p Meterik)
|
Het verleggen van de turven. De onderste worden boven en de bovenste worden onder gelegd. [I, 84]
II-4
|
25087 |
onbelangrijk |
weinig:
wīēi̯nig (L245p Meterik)
|
weinig [DC 39 (1965)]
III-4-4
|
25149 |
onbewolkt |
klaar als de dag:
kloar as den daag (L245p Meterik)
|
als [klaar ~ de dag] [SGV (1914)]
III-4-4
|
21351 |
onderhands |
onderhands:
oonderhans (L245p Meterik)
|
onderhandsch [SGV (1914)]
III-3-1
|
18257 |
onderhemd |
hemd:
e schon hemd (L245p Meterik),
hemd (L245p Meterik),
hēmd (L245p Meterik)
|
hemd [SGV (1914)] || schoon [o] [een ~ hemd] [SGV (1914)]
III-1-3
|
19395 |
onderkussen, peluw |
pulf:
pø̄lf (L245p Meterik)
|
peluw [SGV (1914)]
III-2-1
|
31712 |
onderste handvat |
(onderste, korte, kleine, rechtse) knab:
knap (L245p Meterik)
|
Het onderste handvat van de steel van de zeis, dat in de rechterhand wordt gehouden. Doorgaans is dit het korte handvat van model A, zoals beschreven in de algemene toelichting van deze paragraaf en in de toelichting bij het lemma ''steel van de zeis''; daar zijn ook de gegevens opgenomen omtrent de localisatie van model B, waarvan het onderste handvat in de kromming van de steel zit of waar dit handvat lang en T-vormig is. Om de varianten van de substantiva onder één woordtype bijeen te houden en een vergelijking met de opgaven voor het bovenste handvat te vergemakkelijken, zijn de adjectiva (onderste, korte, kleine, enz.) als facultatief in het hoofdwoordtype opgenomen. Zie afbeelding 4, A2 en B2.' [N 18, 67c; N C, 3b2; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-3
|