21418 |
duur |
duur:
dier (P193p Mettekoven)
|
duur (hoge kostprijs) [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
34532 |
een ei |
ei:
āi̯ (P193p Mettekoven),
ɛi̯. (P193p Mettekoven),
eitje:
āi̯kǝ (P193p Mettekoven)
|
[L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.]
I-12
|
19855 |
een huis huren |
huren:
hy(3)̄rə (P193p Mettekoven)
|
een huis huren [ZND 27 (1938)]
III-2-1
|
22780 |
een kring op de grond trekken |
een ring op de grond trekken:
ēnə rāiŋ op dən gront trekkə (P193p Mettekoven)
|
Een kring op de grond trekken. [ZND 29 (1938)]
III-3-2
|
19112 |
een lastig karakter hebbend |
kriel:
krīl (P193p Mettekoven),
lastig:
lestix (P193p Mettekoven),
niet gemakkelijk:
hi is nī gemekkelek (P193p Mettekoven)
|
Hij is niet gemakkelijk, ... niet mak (een lastig karakter). [ZND 38 (1942)]
III-1-4
|
22809 |
een portret laten maken |
zijn portret laten maken:
portret lūte ma͂ke (P193p Mettekoven)
|
Zijn portret laten maken (bij de fotograaf). [ZND 40 (1942)]
III-3-2
|
18077 |
een verkoudheid hebben |
een kou hebben:
geub ēnne kaa op de bo.is (P193p Mettekoven),
ich ep ēͅnə kā oͅp də bōͅs (P193p Mettekoven)
|
Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)]
III-1-2
|
21517 |
eenzaam |
afgelegen:
a͂fXelēͅXe (P193p Mettekoven)
|
het huis ligt zo eenzaam, zo afgelegen [ZND 34 (1940)]
III-3-1
|
23253 |
eerste luiden voor de mis |
luiden:
half uur voor mis
løje (P193p Mettekoven)
|
Veelal wordt de kerkklok tweemaal gehoord voor men naar de mis gaat; hoe zegt men wanneer men ze voor de eerste maal hoort? [ZND 36 (1941)]
III-3-3
|
21564 |
eerste opbod |
eerste roep:
jostə rup (P193p Mettekoven)
|
Eerste opbod bij een openbare verkoping. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|