e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mettekoven

Overzicht

Gevonden: 793
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fatsoenlijk beleefd: belefde mins (Mettekoven) Dat is een fatsoenlijk mens. [ZND 35 (1941)] III-1-4
feest feest: fes (Mettekoven) Het schoonste feest (lidwoord!). [ZND 35 (1941)] III-3-2
feestdag van sint-maarten sint-maarten: sint matte (Mettekoven) Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)] III-3-3
fiets velo: ene velo (Mettekoven), geen speciaal woord voor fietsers  də twī vēlos kr"sə məkandər (Mettekoven) De twee fietsers kruisen elkaar, [ZND 29 (1938)] || Fiets. [ZND 35 (1941)] III-3-1
fijt fijt: fēt (Mettekoven) ik heb de (of het) fijt (zeer pijnlijke verzwering van een vingertop) [ZND 35 (1941)] III-1-2
flambouw flambouw (<fr.): flamōͅ (Mettekoven) Een flambouw (die in de processie wordt gedragen). [ZND 35 (1941)] III-3-3
flauw weps: weͅbs (Mettekoven) meeps (flauw van smaak) [ZND 31 (1939)] III-2-3
fluisteren fluisteren: flø͂ͅstere (Mettekoven) fluisteren [ZND 30 (1939)] III-3-1
fooi drinkgeld: dra͂[i}nkgeͅld (Mettekoven) fooi [ZND 35 (1941)] III-3-1
fortuin maken zich rijk maken: hijə zal zich rēͅk mâkeͅ (Mettekoven) Fortuin. [ZND 35 (1941)] III-3-1