e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mettekoven

Overzicht

Gevonden: 793
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verkleumd blauw: blauw van də kā (Mettekoven) hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)] III-1-2
verkouden verkoud: ich ben veͅrka͂t (Mettekoven) ik ben verkouden [ZND 34 (1940)] III-1-2
verkoudheid kou: dji zylt kā pakke (Mettekoven), geub ēnne kaa op de bo.is (Mettekoven), ich ep ēͅnə kā oͅp də bōͅs (Mettekoven) ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)] || Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] III-1-2
versleten versleten: verslette (Mettekoven) verslijten, versleet, versleten (volt.deelw.) [ZND 25 (1937)] III-1-3
vertuieren hertuieren: hɛrtø̜̄rǝ (Mettekoven) Het verplaatsen van het vee, telkens wanneer een stuk wei is afgegraasd. [L 40, 21b; monogr.] I-11
vijf centiem knabje: kneͅpke (Mettekoven), solletje: sø͂ͅləke (Mettekoven) Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 5 centimes? [ZND 28 (1938)] III-3-1
vijfentwintig centiem kwart: kwārt (Mettekoven) Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 25 centimes? [ZND 28 (1938)] III-3-1
violier flier: fliere (Mettekoven), violier: flīrə (Mettekoven) Cheiranthus cheiri, Fr. Giroflée des murailles [ZND 15 (1930)] || Violier (Matthiola incana (L.) R.Br.). Sierplanten, meestal met langwerpige, gaafrandige bladeren; grijsachtig door de dichte beharing. De bloemen zijn verschillend gekleurd, maar niet geel, meestal paarsrood. Dik van blad en vaak met dubbele bloemen. Hau [ZND 15 (1930)] I-7, III-2-1
viooltje flet: flet (Mettekoven) Viola, Fr. violette [ZND 34 (1940)] I-7
vleesmade, larve van de bromvlieg made: ma͂ (Mettekoven) made [ZND 38 (1942)] III-4-2