e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q196p plaats=Mheer

Overzicht

Gevonden: 4071
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
goedkoop goedkoop: das goojekoup (Mheer), goodkoop (Mheer), schandekoop: vgl. Maastricht Wb. (pag. 364): schandekoop, sjannekoup of sjangojekoup, bn.: in Aoke waos toen alles -.  das zjannekaup (Mheer) Dat is goedkoop [ZND 24 (1937)] || goedkoop [SGV (1914)] III-3-1
goedkoopst weggegeven: weggegeven (Mheer) goedkoopst [ZND 24 (1937)] III-3-1
goedkoopste rang in een schouwburg engelenbak: engelebak (Mheer) De goedkoopste rang in een schouwburg [uilekot]. [N 90 (1982)] III-3-2
goedkoper beterkoop: beterkoup (Mheer), koop voor niks: kauf veur neeks (Mheer) goedkoper [ZND 24 (1937)] III-3-1
goedzak goede jong: et es zoene gooye joong (Mheer), goede sok: ook materiaal znd 24, 22  gooj sòk (Mheer), goedheid-zelf, de -: de gooëdheed zelf (Mheer), goedzak: goodzak (Mheer) een persoon die altijd goed handelt en goed is voor andere mensen [goedzak, godsblok] [N 85 (1981)] || goedzak [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] || t Is zulk een goeie jongen. [ZND 08 (1925)] III-1-4
golf golf: golf (Mheer) golf, bolle verheffing op de waterspiegel, meestal veroorzaakt door de wind [baar, zwolp] [N 81 (1980)] III-4-4
gom koekoekenstront: WLD  koekoeke-sjtroont (Mheer) De kleverige, doorschijnende vloeistof die uit spleten of insnijdingen in sommige bomen vloeit en in de lucht hard word; deze stof is i.t.t. hars niet oplosbaar in alcohol of ether gom, plek). [N 82 (1981)] III-4-3
gooien bruien: bruje (Mheer), bruuje (Mheer), brŭŭje (Mheer), gewoon spellingsysteem  brŭŭje (Mheer), kleinen: gewoon spellingsysteem  klèène (Mheer), smijten: schmiete (Mheer), vegen: vège (Mheer), werpen: werpe (Mheer), zwingen: gewoon spellingsysteem  zjwinge (Mheer) Ge moet uw geld niet in het water gooien (smijten, werpen, ...). [ZND 44 (1946)] || gooien; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 26 (1964)] || niets op de grond werpen ! [ZND 24 (1937)] || werpen [SGV (1914)] III-1-2
gording worbel: wørbǝl (Mheer) Zie kaart. Dwarsbalk die met behulp van klossen boven op het spantbeen wordt aangebracht. De gording draagt met haar uiteinden ongeveer 10 cm in de topgevels. Op de gordingen worden in dwarsrichting de kepers bevestigd. Vgl. afb. 49h. Zie voor het woordtype 'worm' ook 'Limburgs Idioticon', pag. 291 s.v. 'worm', 'den': ø̄Slach van kepers. Ook in Limb. gebruikt overalø̄ en RhWb (ix) (Lieferung 8/9), kol. 576 s.v. 'Wirme', ø̄Dachpfette, auf der die Sparren aufliegen.ø̄ [N 54, 160; monogr.; N 31, 38 add; div.] II-9
gouden tor goudkever: WLD (? - moeilijk leesbaar)  goodkever (Mheer) Hoe noemt u de gouden kever: een soort kever, 15-21mm lang, bladsprietig (goudkever, goudbeest, gouwke, hovenier) [N 83 (1981)] III-4-2