e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q196p plaats=Mheer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ruk rutsch (du.): roets (Mheer) Ruk: snelle korte beweging waardoor iets of iemand met een schok van zijn plaats wordt getrokken (ruk, snuk, snoek). [N 84 (1981)] III-1-2
rukwind boes: boeës (Mheer), houwmouw: nne "how-mow (Mheer) rukwind, plotselinge, felle wind [trekwind, snuk wind, strobatie] [N 81 (1980)] || windstoot, ruk of stoot van de wind [hort, buis] [N 81 (1980)] III-4-4
rund rind: rent (Mheer), (mv)  rēndǝr (Mheer), rindje: rentšǝ (Mheer) Holhoornig, herkauwend zoogdier dat om zijn vlees en melk en ook wel als trekdier gehouden wordt. [L 6, 22; L 42, 12; S 30; S 49; Wi 6; monogr.] I-11
runderhorzel, horzel horzel: horzel (Mheer), oreik: hoerijk (Mheer) horzel [SGV (1914)], [ZND 27 (1938)] III-4-2
runderhorzellarve warbos: warbos (Mheer), gewoon spellingsysteem  warbos (Mheer) larve van de runderhorzel [DC 45 (1970)] || larve van de runderhorzel, worm die grote bulten (wormbulten) veroorzaakt in de huid van runderen [N 26 (1964)] III-4-2
rups rups: roepsh (Mheer), roepsj (Mheer), róps (Mheer, ... ), gewoon spellingsysteem  roepsj (Mheer, ... ) groene rups die koolbladeren tot op de nerf afvreet [N 26 (1964)] || rups [N 26 (1964)], [SGV (1914)] || rups rups [DC 46 (1971)] III-4-2
rusten rusten: rùste (Mheer, ... ), zich ruste (Mheer), schoften: sjoefte (Mheer) rusten [SGV (1914)] || Rusten: rust houden na arbeid of vermoeienis (schoven, schoften). [N 84 (1981)] III-1-2
rusthuis oudemannenhuis: aod-mannehōēs (Mheer) een instelling waar oude mensen kunnen wonen en/of verzorgd worden [oude-mannenhuis, pekenshuis] [N 90 (1982)] III-3-1
ruw, hard ruw: roew (Mheer), rōēw (Mheer, ... ) ruw [SGV (1914)] || zonder fijn gevoel, hard [rouw, ruw] [N 87 (1981)] III-3-1
ruw, ruig ruig: ruug (Mheer), ruw: roew (Mheer), rōēw (Mheer) ruig [SGV (1914)] || ruw [SGV (1914)] III-4-4