18613 |
baret |
flat:
flet (Q196p Mheer)
|
baret [flat, floets] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18173 |
barrevoets |
barrevoets:
berreves (Q196p Mheer),
barvoets:
berves (Q196p Mheer),
bêrvês (Q196p Mheer),
blootsvoets:
blu.ətsfø.əts (Q196p Mheer)
|
barrevoets [SGV (1914)], [ZND 19 (1936)] || blootvoets [RND]
III-1-3
|
19313 |
bazige vrouw |
meester jan:
meesterjaan (Q196p Mheer)
|
een vrouw die over iedereen de baas wil spelen en die overal aanmerkingen op heeft [kanjer, karonje, kastine, element] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19392 |
beddenhemel |
hemel:
hiemel (Q196p Mheer)
|
Houten overkapping met een gordijn boven een ledikant (troon, hemel) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
21454 |
bedelaar |
bedelaar:
bèddelĕr (Q196p Mheer)
|
de arme persoon die rondgaat of ergens zit om aalmoezen te vragen [schooier, bedelaar, klopper, rondloper, stuper, skurriekrijger] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21894 |
bedelaarsvrouw |
troela:
troela (Q196p Mheer)
|
een schooiersvrouw [trut] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21546 |
bedelen |
bedelen:
beddele (Q196p Mheer)
|
aalmoezen vragen voor zijn levensonderhoud [schooien, bedelen, bidden] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
23197 |
bedevaart |
bedevaart:
bèvert (Q196p Mheer),
eng bèvert (Q196p Mheer)
|
bedevaart [SGV (1914)] || Een bedevaart. [ZND 21 (1936)]
III-3-3
|
21558 |
bedienen |
bedienen:
bedeeëne (Q196p Mheer),
voorzien:
verziën (Q196p Mheer)
|
de gevraagde waren in een winkel aan de klant geven [bedienen, gerieven, bestellen] [N 89 (1982)] || Hoe heet: iemand van de laatste Sacramenten voorzien? [ZND 32 (1939)]
III-3-1, III-3-3
|