e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mheer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mosterd mosterd: mosterd (Mheer, ... ), mostert (Mheer) mosterd [SGV (1914)], [ZND 31 (1939)] III-2-3
mot mot: mot (Mheer, ... ), ook in ZND 31, 038  mot (Mheer) mot [DC 24 (1953)], [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] III-4-2
motor moter: motər (Mheer), motor: p. 6: Een tegenstelling tussen Nederlands-Limburg en Belgisch-Limburg:  `motor (Mheer) motor [RND] || motor (Duits Motorrad) III-3-1
motorfiets motor: p. 6: Een tegenstelling tussen Nederlands-Limburg en Belgisch-Limburg:  `motor (Mheer) motor (Duits Motorrad) III-3-1
motregen, fijne regen fiezel: fiezel (Mheer), vīēzel (Mheer), zever: zèèver (Mheer) klein beetje regen [muggepis, pleisterke regen] [N 81 (1980)] || motregen || motregen, stofregen [moef-, stief-, smook- naajersregen, stobber, mozel, mot, smies] [N 22 (1963)] III-4-4
motregenen, licht regenen druppelen: druppele (Mheer), fiezelen: te viezele (Mheer), vizzele (Mheer), sprenkelen: sjpreenkele (Mheer), sprinkelen: sjprīnkele (Mheer), zeveren: te zeevere (Mheer), zeevere (Mheer), ’t zievert (Mheer) beginnen te motregenen [te stieven, stiefregenen, mozelen, smossen, riezelen, ziebelen, zauwelen, netelen, zéémelen] [N 22 (1963)] || lichtjes regenen [sprenkelen, siebelen, zeiveren] [N 22 (1963)] || motregen || motregen, het motregent (regen met heel fijne druppels). [DC 30 (1958)] || zeer weinig regenen, zodat de grond maar net nat is [spruikelen] [N 81 (1980)] III-4-4
mout mout: mout (Mheer) Het op de eest of eestvloer gedroogde en eventueel geroosterde graan. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma ''eesten''. [N 35, 20; L 1a-m; L 1u, 166; S 5; Jan 14d; monogr.] II-2
mouw mouw: moe (Mheer), moew, ei muuwke (Mheer), twie moeuwe (Mheer) een mouw, een mouwtje [ZND 31 (1939)] || mouw [SGV (1914)] || mouw (meervoud) [ZND 31 (1939)] III-1-3
mouwschort mouwenscholk: moewe sjolk (Mheer), snoerenscholk: snoeroe-sjolk (Mheer) schort met mouwen [N 24 (1964)] || zijn er verschillende namen voor verschillende soorten van deze kledingstukken ? [DC 15 (1947)] III-1-3
mug mug: muk (Mheer) steekmug [DC 18 (1950)] III-4-2