e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mheer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schroeien schroeien: šrui̯ə (Mheer), snerken: sjnirke (Mheer), sneerken (Mheer), versnerken: ver-sjnirke (Mheer) Aan de oppervlakte verbranden (blesteren, verbranden, schroeien, zengen, schroken, schoepen) [N 79 (1979)] || schroeien [SGV (1914)] || schroeien (zengen) [ZND 08 (1925)] III-2-1
schrokken schrokken: schroeke (Mheer) schrokken [SGV (1914)] III-2-3
schub schub: WLD  sjub (Mheer) Hoe noemt u elk van de dunne plaatjes waarmee de huid van een vis geheel of gedeeltelijk is bedekt (schub, schubbe, schelp, schulp) [N 83 (1981)] III-4-2
schuchter beschaamd: besjèèmd (Mheer), bleu: blöö (Mheer), ook materiaal znd 21, 36  bluu (Mheer) bang om de aandacht te trekken of zich te vertonen [blode, bedeesd, beschaamd, schuchter] [N 85 (1981)] || bloode [SGV (1914)] || schuchter (bloode) [ZND 01 (1922)] III-1-4
schuier borstel: burštəl (Mheer) stofborstel om stof uit kleren, stoelbekleding, gordijnen, enz. te verwijderen [DC 15 (1947)] III-2-1
schuifgrendel vergel: vèrregel (Mheer) schuifgrendel [N 07 (1961)] III-2-1
schuimen schuimen: sjuume (Mheer) schuim opwerpen, dragen of geven [bedomen, schuimen] [N 91 (1982)] III-4-4
schuimspaan schuimlepel: schuumlèpel (Mheer), schuimslepel: shuumslèpel (Mheer) schuimspaan [SGV (1914)] III-2-1
schuldig (zijn) schuldig (zijn): schöldig (Mheer), sjuldig (Mheer) schuld hebbend aan een overtreding of misdrijf [schuldig, plichtig] [N 90 (1982)] || schuldig [SGV (1914)] III-3-1
schurft krets: krets (Mheer), rui: roew (Mheer), schurft: schörf (Mheer), šørf (Mheer) Een zeer hardnekkige, heftig jeukende huidaandoening, die kan leiden tot sterke vermagering en zelfs tot totale uitputting van de aangetaste dieren. Schurft wordt veroorzaakt door verschillende soorten mijten, voor ieder dier weer verschillend. Zie ook het lemma ''schurft'' in wbd I.3, blz. 479-481. [N 3A, 89; N 52, 13; A 48A, 26; monogr.] || huidziekte, Jeukende ~ veroorzaakt door de schurftmijt; schurft (zeer, rap, krets, rui). [N 84 (1981)] || schurft [SGV (1914)] I-11, III-1-2