20141 |
toestel waarin men kinderen leert lopen |
loopwagel:
loopwagel (Q196p Mheer)
|
toestel waarin men kinderen leert lopen [lei, stuik, looprek, loopwagen, loopkorf, loopmand] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
19261 |
toestemming |
consentsen:
konsèèntse (Q196p Mheer)
|
goedkeuring om iets te mogen doen [toestemming, konsent] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21380 |
tol betalen |
barrier (<fr.) betalen:
bareer betale (Q196p Mheer)
|
tol betalen [SGV (1914)]
III-3-1
|
21215 |
tolboom |
barrier (<fr.):
(bij weide).
breer (Q196p Mheer)
|
de boom waarmee de weg kan worden afgesloten op de plaats waar men tol moet betalen [barrier, brier] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21381 |
tolgaarder |
barrierman:
bareerman (Q196p Mheer)
|
tolgaarder [SGV (1914)]
III-3-1
|
22658 |
toneelspel |
spel:
sjpeuel (Q196p Mheer)
|
Een voorstelling door een toneelgroep [spel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
17727 |
tonen |
tonen:
taone (Q196p Mheer),
tuiëne (Q196p Mheer)
|
tonen [SGV (1914)] || tonen: Laten zien, tonen (togen). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
17620 |
tong |
tong:
tòng (Q196p Mheer),
zieng tong es beslaagge (Q196p Mheer)
|
tong [DC 01 (1931)] || Zijn tong is aangeladen [ZND 32 (1939)]
III-1-1
|
18231 |
tong van een schoen |
tong:
tong (Q196p Mheer)
|
een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
21382 |
toonbank |
winkelbank:
weenkelbaank (Q196p Mheer),
winkelbank (Q196p Mheer)
|
de winkeltafel waarop de waren worden getoond of gelegd [toog, toonbank, gaam, bank] [N 89 (1982)] || toonbank [SGV (1914)]
III-3-1
|