e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mheer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vademen (de/een) naald(e) vamen: ǝn nǭlt vɛ̄mǝ (Mheer), vamen: vē̜mǝ (Mheer) Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.] II-7
vader pa: pa (Mheer), (Mheer), onder mensen ook: -  baa (Mheer), pap: pap (Mheer), papa: pappa (Mheer), papaatje: pappeke (Mheer), pre (fr.): onder mensen ook: -; cf. WNT s.v. "peer (I)"1. Eigenlijk, Vader  peer (Mheer), vader: vaader (Mheer, ... ), vader (Mheer, ... ) (vader;) Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || vader [SGV (1914)] || vader; (Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)] || vader; dat is zijn vader [ZND 08 (1925)] || vader; hij aardt naar zijn vader [ZND 19 (1936)] || vader; ik ga met mijn vader naar het land; volw. [DC 12a (1943)] || vader; ik ga met vader naar het land; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || vader; ik ga met vader naar het land; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] III-2-2
vagebond landloper: laandlööper (Mheer) een persoon zonder vaste woonplaats en zonder middelen van bestaan, vaak met een slecht gedrag [vagebond, kreugekruier, skoefel] [N 85 (1981)] III-1-4
vagevuur vagevuur: vagevuur (Mheer) vagevuur [SGV (1914)] III-3-3
vak van een kast vak: vak (Mheer) Deel van een kast dat door schotjes of deurtjes van de rest gescheiden is (vak, loket) [N 79 (1979)] III-2-1
valgordijn, rolgordijn valgordijn: valgordien (Mheer) valgordijn [SGV (1914)] III-2-1
vallen vallen: valle (Mheer, ... ) vallen [SGV (1914)] III-1-2
vals vals: valsch (Mheer) valsch [SGV (1914)] III-1-4
vals spel beduivelarij: beduuveleriej (Mheer) Oneerlijk spel, het valsspelen [hernij, aarzak, haarzakkerij, aaszakkerij]. [N 88 (1982)] III-3-2
vals spelen foetelen: foetele (Mheer) Vals, oneerlijk spelen [stachelen, foetelen, entelen, peuteren, krummelen, onnemen, haarzakken]. [N 88 (1982)] III-3-2