20172 |
familie |
familie:
famīēlzje (Q196p Mheer)
|
het geheel van bloedverwanten van dezelfde naam [familie, volk, parentatie, vriend] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
22664 |
fanfare |
fanfare:
fanfaar (Q196p Mheer)
|
Een muziekkorps dat bestaat uit koperen blaasinstrumenten en slagwerk [fanfare, fanfaar, muziek]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
24144 |
fazant |
fazant:
fezaant (Q196p Mheer, ...
Q196p Mheer)
|
fazant || fazant (83 bekende jachtvogel; hen bruin en kleiner dan de kleurige haan [N 09 (1961)]
III-4-1
|
22431 |
feest |
feest:
fieest (Q196p Mheer)
|
De bijeenkomst en samenzijn ter viering van een heuglijk feit of een gedenkdag [feest, kermis, begankenis]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22444 |
feest van sinter-greef |
halfvasten:
haofvaaste (Q196p Mheer)
|
Het feest van Sinter-Greef (half vasten) [grevin, greve, miknem]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22432 |
feesten |
feesten:
fieeste (Q196p Mheer)
|
Een feest vieren [feesten, vieren, kermissen, fêteren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21127 |
fiets |
fiets:
fiets (Q196p Mheer, ...
Q196p Mheer)
|
fiets [ZND 44 (1946)] || fiets: Mn - is stuk, ik moet lopen [DC 35 (1963)]
III-3-1
|
21138 |
fietsen |
fietsen:
fietse (Q196p Mheer)
|
op een fiets rijden [fietsen, wieleren] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21259 |
fietser |
fietser:
de twiē fietsers voorten langs eij (Q196p Mheer)
|
De twee fietsers kruisen elkaar, [ZND 29 (1938)]
III-3-1
|
21262 |
fietser (add.) |
coureur (fr.):
p. 6: Een tegenstelling tussen Nederlands-Limburg en Belgisch-Limburg.
coureur (Q196p Mheer)
|
wielrenner
III-3-1
|